4H H3 Onderzoek les 1

H3 Onderzoek
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H3 Onderzoek

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Bespreken Examentraining H1
- H3 Onderzoek
- Voorbereiden practicum Gedragsexperiment

Slide 2 - Slide

Wat is de juiste volgorde van wetenschappelijk onderzoek doen?
A
onderzoeksvraag - hypothese - materialen en methode - resultaten - conclusie - discussie
B
hypothese - onderzoeksvraag - materialen en methode - resultaten - conclusie - discussie
C
onderzoeksvraag - hypothese - materialen en methode - resultaten discussie - conclusie

Slide 3 - Quiz

H3 onderzoek (deel 1)
1. Controle-experiment of 'blanco'
2. Slechts één factor varieert 
3. Afhankelijke en de onafhankelijke variabelen. 

Slide 4 - Slide

Controle experiment
Is een experiment om mee aan te tonen dat er geen andere factoren zijn die invloed hebben op de resultaten van het experiment. 

= blanco


Slide 5 - Slide

Slechts één factor varieert
De regel bij experimenteel onderzoek is dat er steeds maar één factor/variabele mag verschillen.

Waarom?

Slide 6 - Slide

Afhankelijke- en onafhankelijke variabele
Onafhankelijke variabele = factor die een onderzoeker zelf varieert
Afhankelijke variabele = factor die de onderzoeker meer

Een afhankelijke variabele is wat de onderzoeker meet of registreert als resultaat van de factor die hij in het experiment varieert, de onafhankelijke variabele.

Slide 7 - Slide

Experiment
Doel:
Causaal verband (oorzaak en gevolg) vaststellen door te laten zien dat verandering in de onafhankelijke variabele direct verantwoordelijk is voor veranderingen in afhankelijke variabele
.
--> Groeien planten sneller met muziek? 




Slide 8 - Slide

Welke groep planten is het controle experiment?
A
De planten met muziek
B
De planten zonder muziek

Slide 9 - Quiz

groeisnelheid

muziek

onafhankelijke variabele
afhankelijke variabele

Slide 10 - Drag question

Bedenk een variabele die constant gehouden is in beide groepen planten.

Slide 11 - Open question

Wat zet je op de X-as als je de gegevens zou uitzetten in een grafiek?
A
De groeisnelheid
B
Wel/geen muziek
C
De tijd
D
Maakt niet uit

Slide 12 - Quiz

Onthoud:



Wat je weet: x-as
Wat je meet: y-as

Wat je weet = onafhankelijke variabele

Wat je meet = afhankelijke variabele

Slide 13 - Slide

H3 Onderzoek (deel 2)
Leerdoel:
- Je leert op welke verschillende manieren je gegevens kunt verzamelen en hoe je ze vastlegt. 
- Je legt het verschil uit tussen experimenteel en beschrijvend onderzoek

Slide 14 - Slide

Experimenteel onderzoek
  • Er wordt een hypothese getest door een experiment.
  • Één variabele wordt veranderd en het effect daarvan wordt gemeten.
  • Conclusie wordt getrokken uit waarnemingen (resultaten)
 Beschrijvend onderzoek
  • Registreren van waarnemingen, zonder te variëren met een onafhankelijke variabele (enkel observatie).
  • Hieruit probeer je een algemene regel te vinden. 

Slide 15 - Slide

Kwalitatief onderzoek:

  • Het resultaat hiervan is alleen een uitspraak.
  • Bijv. vloeibaar water kan verdampen of bevriezen.
Kwantitatief onderzoek:

  • Resultaten worden in getallen uitgedrukt.
  • Bijv. Kokend water verdampt 108x sneller dan water van 20 graden.

Slide 16 - Slide

Gemiddeld scoren leerlingen uit 2e klas tijdens een proefwerk 0,3 punten hoger dan 1e klas leerlingen.
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 17 - Quiz

Bevat een aardappel de voedingsstof zetmeel?

A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 18 - Quiz

Welke planten komen voor in het natuurgebied 'de Veldkamp' langs de Regge?

A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 19 - Quiz

Wat is het effect van temperatuur op het % ontkieming van tuinkerszaden?


A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 20 - Quiz

H3 Onderzoek (deel 3)
Leerdoel:
- Je legt uit wanneer een onderzoek valide en betrouwbaar is. 
- Je legt aan de hand van een voorbeeld uit wat een placebo-effect is en hoe je dat voorkomt. 

Slide 21 - Slide

Betrouwbaar & Valide
Betrouwbaar: Je meetinstrument geeft steeds dezelfde resultaten onder dezelfde condities.

Validiteit: De juistheid of accuraatheid van metingen. Meet het meetinstrument hetgeen het moet meten? 

Zelfs als je meting betrouwbaar is (je meet steeds hetzelfde), dan hoeft de meting nog niet valide te zijn.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wanneer is een onderzoek betrouwbaar?
A
Als het onderzoek valide is.
B
Als het onderzoek bij herhaling hetzelfde resultaat oplevert.
C
Als de onderzoeksmethode geschikt is geweest om antwoord te krijgen op je vraag.
D
Als de resultaten overeenkomen met de hypothese

Slide 24 - Quiz

Wanneer is een onderzoek valide?
A
Als het onderzoek betrouwbaar is.
B
Als het onderzoek bij herhaling hetzelfde resultaat oplevert.
C
Als de onderzoeksmethode geschikt is geweest om antwoord te krijgen op je vraag.
D
Als de resultaten overeenkomen met de hypothese

Slide 25 - Quiz

Placebo-effect
Placebo = 'Nepmedicijn"
--> Bij positieve werking  op gezondheid spreek je van een Placebo-effect

Dubbelblind onderzoek is betrouwbaar, arts kan niet onbedoeld invloed uitoefenen. 

Slide 26 - Slide

Practicum Gedragsexperiment 
- In twee- of drietallen
- Nodig voor donderdag: 10 pissebedden
--> te vinden onder stenen/ oude stukken hout. Meenemen in een potje (met luchtgaatjes). 

Slide 27 - Slide