Nevenschikking en onderschikking
Een hoofdzin en een bijzin zijn verbonden met onderschikkende voegwoorden (alle andere voegwoorden, zoals
tenzij en
omdat).
In een bijzin hoeven persoonsvorm en onderwerp niet naast elkaar te staan. Staan ze wel naast elkaar, dan kun je er het woordje niet tussen plaatsen.
Ik moet me elke week inschrijven voor een Adelbertles, terwijl dat voor de meivakantie niet verplicht was.