Wederkerende werkwoorden icm met voltooide tijd

Opdracht
Maak met de volgende wederkerende werkwoorden een zin:
Zich verslapen
Zich herinneren
Zich voorstellen
Zich inschrijven voor
Zich voorbereiden op
Zich haasten naar

1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Opdracht
Maak met de volgende wederkerende werkwoorden een zin:
Zich verslapen
Zich herinneren
Zich voorstellen
Zich inschrijven voor
Zich voorbereiden op
Zich haasten naar

Slide 1 - Slide

Quiz

Slide 2 - Slide

Maken zij ... zorgen?
A
Je
B
Ons
C
Zich
D
Me

Slide 3 - Quiz

Jij meldt ... aan via internet
A
Zich
B
Ons
C
Je
D
Jullie

Slide 4 - Quiz

Bereid zij ... op de reis voor?
A
Je
B
Haar
C
Zich
D
Ons

Slide 5 - Quiz

Zet de zin in de voltooide tijd:
Ik verveel me in de vakantie.

Slide 6 - Open question

Zet de zin in de voltooide tijd:
Ik bereid me goed voor op het examen.

Slide 7 - Open question

Ondanks het warme weer ... hij ... nog niet ...
(zich wassen, voltooide tijd)

Slide 8 - Open question

Je ... ... deze maand al twee keer ziek ... omdat je griep had. (zich ziekmelden, voltooide tijd)

Slide 9 - Open question

Abdou ... ... goed ... op het sollicitatiegesprek (zich voorbereiden, voltooide tijd)

Slide 10 - Open question

Ik ... ... in de volgorde van de datums ...
(zich vergissen, voltooide tijd)

Slide 11 - Open question

Het is bijna vakantie. Daar .......... ik .......... enorm ............ (zich verheugen op, voltooide tijd)

Slide 12 - Open question

Deze week ... hij ... voor de tweede keer ... (zich verslapen, voltooide tijd)

Slide 13 - Open question

Vorig jaar ... ik ... voor de cursus Nederlands ... .

Slide 14 - Open question

Hij zegt dat hij ... bij die beslissing ... ... . (Zich neerleggen bij, voltooide tijd)

Slide 15 - Open question