Onderwerp en hoofdgedachte (havo 2)

Nederlands
Hoofdstuk 32: Onderwerp en hoofdgedachte

21 februari 2022
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Hoofdstuk 32: Onderwerp en hoofdgedachte

21 februari 2022

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Leerdoel: Je leert onderwerp en hoofdgedachte te onderscheiden. 
  • Korte uitleg
  • Opdracht maken  en nabespreking
  • Terugblikken op het lesdoel

Slide 2 - Slide

Onderwerp
Elke tekst heeft een onderwerp.
Je kunt met één of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld: Helden.

Je vindt het onderwerp door de tekst  oriënterend te lezen:

  •  Je bekijkt de tekst
  • Je leest de eerste alinea (vaak is dat de inleiding).
  •  Je kijkt waar de tekst vandaan komt en wie deze heeft geschreven (bron). 

In het middenstuk van een tekst staat de meeste informatie over het onderwerp. 
Dit deel van de tekst behandelt meestal verschillende aspecten (delen)van het onderwerp. 

Slide 3 - Slide

Deelonderwerpen
Een bepaalde kant van het hoofdonderwerp
Je vindt de deelonderwerpen door de tekst
globaal te lezen:
 Je leest vooral de eerste en laatste zin van alle alinea’s.
Onderwerp: 
Diersoorten in Afrika
Deelonderwerpen:
- zoogdieren
- vliegende dieren

Slide 4 - Slide

Hoofdgedachte (I)
Wat wil de auteur over het onderwerpen zeggen = de hoofdgedachte van een tekst is: 
Eén volledige zin --> deze vat het belangrijkste samen over wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. 

Het onderwerp is niet hetzelfde als de hoofdgedachte! 
Twee verschillende teksten over hetzelfde onderwerp 
kunnen allebei een andere hoofdgedachte hebben. 


Voorbeeld

Onderwerp: Verkiezingen in Nederland

Hoofdgedachte I: Stemmen met een stemcomputer is beter dan stemmen met papieren formulieren.

Hoofdgedachte II: Dat er steeds meer politieke partijen zijn, is goed voor de kiezers. 

Slide 5 - Slide

Hoofdgedachte (II)
De hoofdgedachte geeft antwoord op de vraag: 

Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp   
wordt gezegd?
De hoofdgedachte staat meestal
in de inleiding of in het slot.
Je vindt de hoofdgedachte door de tekst precies te lezen: je leest de tekst goed van de eerste zin tot en met de laatste zin.

Slide 6 - Slide

Opdracht I
  • Wat: lees eerst de tekst en maak dan de vragen. 
  • Hoe: maak de opdracht individueel 
  • Hulp: overleg met je buurman/-vrouw
  • Tijd: 10 minuten
  • Achteraf nabespreken




Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Opdracht II
  • Wat: lees eerst de tekst en maak dan de vragen
  • Hoe: maak de opdracht individueel 
  • Hulp: overleg met je buurman/-vrouw
  • Tijd: 10 minuten
  • Achteraf nabespreken




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat hebben jullie geleerd?

Slide 11 - Slide