Slimme doelen stellen en oefenen

Slimme doelen stellen en oefenen
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slimme doelen stellen en oefenen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat slimme doelen zijn en hoe je ermee kunt oefenen.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet jij al over het opstellen van slimme doelen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn slimme doelen?
Slimme doelen zijn doelen die specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden zijn.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat slimme doelen zijn en wat ze inhouden.
Waarom zijn slimme doelen belangrijk?
Slimme doelen helpen je om je doelen duidelijk te definiëren en je voortgang te meten.

Slide 5 - Slide

Leg uit waarom slimme doelen belangrijk zijn en wat de voordelen ervan zijn.
SMART-principe
Het SMART-principe is een handige manier om slimme doelen op te stellen. Het staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden.

Slide 6 - Slide

Leg het SMART-principe uit en wat elk onderdeel betekent.
Voorbeeld van een slim doel
Een voorbeeld van een slim doel is: 'Ik wil binnen drie maanden 5 kilo afvallen door elke dag 30 minuten te wandelen en gezond te eten.'

Slide 7 - Slide

Geef een voorbeeld van een slim doel.
Oefenen met slimme doelen
Oefen met het opstellen van slimme doelen door in kleine groepjes een aantal doelen te bedenken en ze te toetsen aan het SMART-principe.

Slide 8 - Slide

Geef de studenten de opdracht om in kleine groepjes slimme doelen te bedenken en ze te toetsen aan het SMART-principe.
Feedback geven
Geef elkaar feedback op de slimme doelen die zijn opgesteld. Bespreek waarom bepaalde doelen wel of niet als slim kunnen worden beschouwd.

Slide 9 - Slide

Geef de studenten de opdracht om elkaar feedback te geven op de slimme doelen. Bespreek waarom bepaalde doelen wel of niet als slim kunnen worden beschouwd.
Actieplan opstellen
Stel een actieplan op voor het behalen van een slim doel. Bedenk welke stappen er nodig zijn om het doel te bereiken en wanneer deze stappen moeten worden uitgevoerd.

Slide 10 - Slide

Geef de studenten de opdracht om een actieplan op te stellen voor het behalen van een slim doel.
Presentatie
Presenteer het slimme doel en het actieplan aan de klas. Bespreek welke stappen er moeten worden genomen om het doel te bereiken.

Slide 11 - Slide

Laat de studenten hun slimme doel en actieplan presenteren aan de klas.
Uitvoering van het actieplan
Voer het actieplan uit en houd de voortgang bij. Evalueer regelmatig of het doel nog steeds realistisch is en stel het bij indien nodig.

Slide 12 - Slide

Geef de studenten de opdracht om het actieplan uit te voeren en de voortgang bij te houden. Bespreek regelmatig of het doel nog steeds realistisch is en stel het bij indien nodig.
Evaluatie
Evalueer het behaalde resultaat en bespreek wat er goed ging en wat er beter kon. Gebruik deze kennis om in de toekomst nog betere slimme doelen te stellen.

Slide 13 - Slide

Evalueer het behaalde resultaat en bespreek wat er goed ging en wat er beter kon.
Samenvatting
In deze les hebben we geleerd wat slimme doelen zijn en waarom ze belangrijk zijn. We hebben geoefend met het opstellen van slimme doelen en een actieplan gemaakt om deze doelen te bereiken.

Slide 14 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en bespreek eventueel nog openstaande vragen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.