This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Communicatiedoelen opstellen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je communicatiedoelen opstellen op basis van kennis, houding en gedrag.
Slide 2 - Slide
Leg het leerdoel uit aan de leerlingen.
Wat weet jij al over het opstellen van communicatiedoelen?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat zijn communicatiedoelen?
Communicatiedoelen zijn doelen die je wilt bereiken met een bepaalde communicatie-uiting, bijvoorbeeld een gesprek of een presentatie.
Slide 4 - Slide
Stel de vraag aan de leerlingen: 'Wat zijn communicatiedoelen?' Bespreek de antwoorden kort.
Kennis
Kennis is wat je weet over een onderwerp. Welke kennis heb je nodig om je communicatiedoel te bereiken?
Slide 5 - Slide
Leg uit wat kennis is en vraag aan de leerlingen welke kennis zij nodig hebben om hun communicatiedoel te bereiken.
Houding
Houding gaat over de manier waarop je tegenover iets staat. Welke houding is nodig om je communicatiedoel te bereiken?
Slide 6 - Slide
Leg uit wat houding is en vraag aan de leerlingen welke houding zij nodig hebben om hun communicatiedoel te bereiken.
Gedrag
Gedrag gaat over wat je doet. Welk gedrag is nodig om je communicatiedoel te bereiken?
Slide 7 - Slide
Leg uit wat gedrag is en vraag aan de leerlingen welk gedrag zij nodig hebben om hun communicatiedoel te bereiken.
Voorbeeld
Stel, je wilt je klasgenoten overtuigen om mee te doen aan een inzamelingsactie voor een goed doel. Welke communicatiedoelen kun je dan stellen?
Slide 8 - Slide
Geef een voorbeeld van een situatie en vraag aan de leerlingen welke communicatiedoelen hierbij passen.
SMART
Een handige manier om communicatiedoelen op te stellen is met behulp van het SMART-principe. Dit houdt in dat het doel Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden moet zijn.
Slide 9 - Slide
Leg het SMART-principe uit en geef aan dat dit een handige manier is om communicatiedoelen op te stellen.
Opdracht
Maak in tweetallen een lijst van communicatiedoelen voor een gesprek met je mentor over je studievoortgang. Gebruik hierbij het SMART-principe.
Slide 10 - Slide
Laat de leerlingen in tweetallen werken en geef ze de opdracht om communicatiedoelen op te stellen voor een gesprek met hun mentor.
Presenteren
Bespreek met de leerlingen hoe ze hun communicatiedoelen kunnen presenteren tijdens het gesprek met hun mentor. Hoe kunnen ze ervoor zorgen dat ze hun doelen bereiken?
Slide 11 - Slide
Vraag aan de leerlingen hoe ze hun communicatiedoelen kunnen presenteren tijdens het gesprek met hun mentor. Bespreek dit kort.
Reflectie
Reflecteer met de leerlingen op wat ze hebben geleerd tijdens de les. Wat vonden ze interessant en wat was nieuw voor ze?
Slide 12 - Slide
Vraag aan de leerlingen om te reflecteren op wat ze hebben geleerd tijdens de les. Bespreek de antwoorden kort met de klas.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 13 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 14 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 15 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.