mhv1 - Tekstdoelen en -soorten

Leerdoelen:
1. Ik kan de volgende tekstdoelen aanwijzen:
informeren, instrueren, overtuigen, activeren, amuseren.
2. Ik kan minstens één tekstvorm opnoemen bij de vijf tekstdoelen.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Leerdoelen:
1. Ik kan de volgende tekstdoelen aanwijzen:
informeren, instrueren, overtuigen, activeren, amuseren.
2. Ik kan minstens één tekstvorm opnoemen bij de vijf tekstdoelen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken 
- Ga naar blz. 24 in je boek.
- Maak opdracht 3.
--> Hulp nodig? Lees eerst nog eens de theorie op blz. 24.
- Klaar? Maak opdrachten 1 en 2.

Je werkt zelfstandig of met de klasgenoot naast je.
We werken op fluistertoon.
Je mag vragen stellen aan mij.
timer
15:05

Slide 10 - Slide

Leerdoelen:
1. Ik kan de volgende tekstdoelen aanwijzen:
informeren, instrueren, overtuigen, activeren, amuseren.
2. Ik kan minstens één tekstvorm opnoemen bij de vijf tekstdoelen.

Slide 11 - Slide

Noem voorbeelden van teksten met het tekstdoel: overtuigen.

Slide 12 - Open question

Noem voorbeelden van teksten met het tekstdoel: activeren/overhalen

Slide 13 - Open question

Sleep de tekstdoelen naar de juiste teksten. Je houdt er 2 over.
Amuseren
Overtuigen
Informeren
Waarschuwen
Activeren
Adviseren
Instrueren

Slide 14 - Drag question

Tekstdoelen vs. tekstsoorten vs. tekstvormen
Tekstdoelen                     Tekstsoorten                         Tekstvormen
Informeren         -->        Informatieve teksten        Bijv.  nieuws
Overtuigen         -->        Betogende teksten            Bijv. recensie
Activeren            -->         Activerende teksten         Bijv. reclame
Amuseren           -->        Amuserende teksten        Bijv. leesboek
Instrueren          -->         Instruerende teksten       Bijv. recept

Slide 15 - Slide

Wat is een tekstvorm van een uiteenzettende tekst?
A
schoolboekentekst
B
krantenbericht
C
stripverhaal
D
filmrecensie

Slide 16 - Quiz

Welke tekstvorm hoort bij een betogende tekstsoort?
A
handleiding
B
ingezonden brief
C
advertentie
D
toneelstuk

Slide 17 - Quiz

Welke tekstvorm past NIET bij het doel: informeren (denk aan het belangrijkste doel!)
A
naslagwerk
B
ingezonden brief
C
notulen (verslag van een vergadering)
D
nieuwsbericht

Slide 18 - Quiz


Welk tekstdoel heeft de afbeelding hiernaast?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 19 - Quiz

Hoe achterhaal je het leespubliek van een tekst?
A
Je kijkt naar de woordkeus.
B
Je kijkt naar de bron.
C
Je kijkt naar het onderwerp.
D
Alle drie de antwoorden zijn goed.

Slide 20 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'leespubliek'?
A
De mensen in de zaal bij een lezing
B
Een groep lezers voor wie de tekst is geschreven
C
Bezoekers van een bibliotheek
D
Mensen op een tribune bij een voorleeswedstrijd

Slide 21 - Quiz