e De tekst is beschouwend. De schrijver beschrijft namelijk twee verschillende meningen: haar
eigen mening en die van haar dochter. Hierdoor heeft de lezer de mogelijkheid om zelf een
mening te vormen over het onderwerp. De schrijver maakt dit zelfs expliciet met de vraag ‘wat
vindt u?’.
f Bijvoorbeeld: Ik ben het eens met de moeder, omdat ik niet vind dat zij voor alle kosten in het
huishouden hoeft op te draaien, terwijl haar dochter ook meedraait in het huishouden en zelf ook (genoeg) geld verdient.
Of: Ik ben het eens met de dochter, omdat ik het normaal vind dat je als kind gratis bij je ouders
kunt wonen. Dit zorgt immers ook voor gezelligheid in huis.