Telefoongesprek voeren

Telefoongesprek voeren

Je maakt een woordweb om te zien wat je allemaal weet over dit onderwerp. 


1 / 13
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Telefoongesprek voeren

Je maakt een woordweb om te zien wat je allemaal weet over dit onderwerp. 


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Leerdoel:

-Je kunt op een correcte wijze een telefoongesprek voeren.

- Wat de basis regels zijn voor de stem en
de woordkeus.


     - Je leert de structuur aan van een
uitgaand telefoongesprek.





Slide 3 - Slide

Start



Stem gebruik
Let op: Je tempo, volume en intonatie
Woord keus aan de telefoon:

Correct Nederlands (ABN)
Spreek in de tegenwoordige tijd.
Gebruik geen verkleinwoorden.

Wees behulpzaam.

Slide 4 - Slide

Werkwijze
Werkwijze:

1. Maak 3 tallen: A: verteller B: luisteraar C: observant

2. Je zit met je rug tegen elkaar.
3. A vertelt wat hij op zijn stage heeft gedaan.
4.  Let op zijn stemgebruik op: tempo , volume, intonatie en articulatie.

      Let bij woordgebruik op als het begrijpelijk en correct Nederlands is.

5. B luistert

6. De observator ( C ) let op stemgebruik, woordkeus en maakt notities van 
     wat er goed is en wat beter kan.

7. Bespreek het gesprek  na met behulp van de observaties van de observant (C)       en  nabespreken  vragen.  

8. Wissel de rollen na de bespreking af, totdat iedereen een beurt heeft
gehad.



Slide 5 - Slide

nabespreking:

Geef van de volgende punten aan wat je
ervan vond en wat beter zou kunnen bij A.

Tempo , Intonatie, Begrijpelijkheid, Articulatie,Volume,

Correct Nederlands














Slide 6 - Slide

Telefoonalfabet


oefenen

Spel je eigen naam  en adres met behulp Van het telefoonalfabet.

Spel de naam van een vriend of
vriendin.

Spel de volgende woorden:

Nederlands- stagebegeleider- Willem –
Jan – Absentie enz.




Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Uitgaand telefoongesprek  in 4 stappen
Voorbereiding

Wat is het doel om iemand te bellen?

Wat is het telefoonnummer?

Aan wie ga je wat vragen?
Wat ga je vertellen?
Hoe ga dat vragen?
Wat voor informatie heb je tijdens het gesprek nodig?

 



Opening



Begroeten, naam en de naam van school
noemen.



Vraag naar de juiste persoon



Vertellen waarom je belt



Slide 9 - Slide



Kern

Informatie verstrekken

Vragen stellen

Voorstel doen

Conclusie trekken



 



Slot


Het afronden van het gesprek

Bedanken voor iemands tijd, interesse of moeite
Gedag zeggen, dag meneer, mevrouw……
Reflectie





 



Slide 10 - Slide

Werkwijze

1. Lees de situatie

2. Verdeel de groep in A,B,C.

 Met zijn drieën hoe Sanne en Tim het gesprek met mevrouw Doorn moet   voorbereiden:
- welke informatie moet Sanne en Tim allemaal hebben om het telefoongesprek met mevrouw Doorn goed kunnen voeren?
3. A spelt Sanne of Tim, B spelt mevrouw Doorn, C observeert A.
     A en B gaan op stoelen met de rug naar elkaar toe zitten;

     C gaat erbij zitten. A en B voeren het telefoongesprek zoals dat in de situatie staat.A, B en C      bespreken de oefening na en wisselen daarna van rol.

Slide 11 - Slide

Situatie schets


Situatie 1.

Roos is leerling op het Thornbelt  en gaat  haar stageadres bellen om een  afspraak te maken met mevrouw Doorn voor haar kennismaking gesprek.

Situatie 2:

Thomas heeft griep. Thomas belt naar zijn stageadres en meld bij Mevrouw Doorn zijn stage begeleider en meldt dat hij vandaag niet aanwezig kan zijn ,omdat hij ziek is.



 





      1. Slide 12 - Slide

        Vragen
        voor nabespreking:

        Verliep de begroeting op de juistewijze? Waaruit blijkt dit?

        Noemde A haar eigen naam en die van de school?Controleerde A of hij de juiste persoon
        aan de lijn had? Waaruit bleek dit?

        Heeft A uitgelegd waarvoor hij belde?
        Waaruit bleek dit?
        Is je nog meer opgevallen aan het gesprek?

        Slide 13 - Slide