Persoonsvorm tegenwoordige tijd
* Bij 'ik' schrijf je de ik-vorm: ik loop
* Bij jij, u/hij/zij/het schrijf je de ik-vorm + t: jij loopt
* Als de ik-vorm eindigt op t, dan geen extra t
* Als je of jij achter de PV staat, dan ik vorm: Loop jij?
* Bij meervoud: hele werkwoord: Wij lopen