Paragraaf 1 - Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel

De brug
Paragraaf 1
Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De brug
Paragraaf 1
Onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoel: je weet hoe je het onderwerp, de hoofdgedachte en het tekstdoel kan vaststellen
Schrijf voorin je boek dat je dit boek moet bewaren voor volgend jaar, anders moet je nog een keer 75 euro betalen!
- Het belang van leesvaardigheid
- Terugblik
- Uitleg theorie
- Opdr. 1 maken
- Uitleg theorie
- Opdr. 2 en 3 maken
- Uitleg theorie
- Opdr. 4 t/m 6 maken

Slide 2 - Slide

Waarom is leesvaardigheid zo belangrijk?

Slide 3 - Open question

Welke onderdelen horen bij leesvaardigheid?

Slide 4 - Mind map

Uitleg theorie: onderwerp en hoofdgedachte
  • Elke tekst gaat over een onderwerp en heeft een hoofdgedachte. 
  • Het onderwerp van de tekst is een woord dat, of een woordgroep die aangeeft waarover een tekst gaat (het is nooit een zin!). 
  • De hoofdgedachte is een mededelende zin (dus geen vraag!) die het belangrijkste weergeeft wat er in de tekst over gezegd wordt.
  • Het is een soort samenvatting van de tekst.
  • Voorbeeld op blz. 10 bekijken.

Slide 5 - Slide

Opdr. 1 maken
- Blz. 10
- In tweetallen
- Paar minuten 
- Daarna bespreken

Slide 6 - Slide

Uitleg theorie: tekstdoelen
Een schrijver of spreker wil met zijn tekst iets bereiken bij zijn publiek: hij heeft een bepaald doel. Er zijn verschillende tekstdoelen:
  • amuseren: het publiek vermaken
  • informeren: het publiek iets uitleggen
  • opiniëren/beschouwen: het publiek zelf een mening laten vormen
  • overtuigen: het publiek een mening laten overnemen
  • activeren: het publiek aanzetten iets te gaan doen
Een tekst heeft een van deze doelen als hoofddoel. Soms heeft een tekst een tweede, bijkomend doel.

Slide 7 - Slide

Uitleg theorie: tekstdoelen
Vaak geeft de hoofdgedachte aanwijzingen over het tekstdoel:
  • De hoofdgedachte is een constatering: het tekstdoel is informeren of opiniëren.
  • De hoofdgedachte is een mening: het tekstdoel is overtuigen en/of activeren.

Slide 8 - Slide

Opdr. 2 en 3 maken
- Blz. 11
- In tweetallen
- Vijf minuten
- Daarna bespreken

Slide 9 - Slide

Uitleg theorie: titels
Er zijn twee soorten titels:
  • Informerende titel: geeft aan waarover een tekst gaat, bijvoorbeeld Denen, het gelukkigste volk van de wereld
  • Motiverende titel: maakt de lezer nieuwsgierig naar de tekst, bijvoorbeeld Lol in Legoland
Geschreven teksten hebben vaak de combinatie van een motiverende en informerende titel

Slide 10 - Slide

Opdr. 4 t/m 6 maken
- Blz. 12
- In tweetallen
- 5-10 min 
- Daarna bespreken

Slide 11 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 12 - Open question