What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling 8 - 3_2_4
... je of ...je juf?
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
... je of ...je juf?
Slide 1 - Slide
... je of ...je juf?
Als 'je' er achter staat, controleer dan of het om 'je' of 'jij' gaat, want dan krijg je de ik-vorm (2e smaak).
Gaat het hier niet om jou, maar om 'je juf', 'je broer', 'je schrift' enz., dan is het stam+t (3e smaak)
Slide 2 - Slide
(RADEN)
_______ je broer het antwoord in één keer?
Slide 3 - Open question
(BINDEN)
______ je vader het touw goed vast?
Slide 4 - Open question
1e woord
Slide 5 - Open question
2e woord
Slide 6 - Open question
3e woord
Slide 7 - Open question
1e zin
Slide 8 - Open question
BEPALING VAN PLAATS
Slide 9 - Slide
BEPALING VAN PLAATS
Zinsdeel wat aangeeft 'waar' iets gebeurd.
Maak vraagzin met 'waar'.
Waar....?
Slide 10 - Slide
Sonja pakte in de hal snel de glazen lift.
Slide 11 - Open question
Op perron vijf stond haar trein al klaar.
Slide 12 - Open question
ONDERWERP
Slide 13 - Slide
ONDERWERP
Wie + PV?
Slide 14 - Slide
Mijn moeder heeft van Sinterklaas een boek gekregen.
Slide 15 - Open question
PERSOONSVORM
Slide 16 - Slide
PERSOONSVORM
Stap 0) Verdeel in korte zinnen
Maak de zin vragend.
Slide 17 - Slide
Ik maakte mijn huiswerk, nadat ik heb gesport.
Slide 18 - Open question
LIJDEND VOORWERP
Slide 19 - Slide
LIJDEND VOORWERP
Wie/wat + pv (gezegde) + onderwerp?
Slide 20 - Slide
Mijn moeder heeft een dik boek van Sinterklaas gekregen.
Slide 21 - Open question
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Slide 22 - Slide
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
PV + alle werkwoorden in de zin
Slide 23 - Slide
Ik zou mijn vader graag een nieuwe das willen geven voor zijn verjaardag.
Slide 24 - Open question
STOFFELIJK BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
Slide 25 - Slide
STOFFELIJK BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
Een bijvoeglijk naamwoord wat zegt van welke stof iets gemaakt is.
Slide 26 - Slide
Hij verbrandde zijn vinger aan een ijzeren pan.
Slide 27 - Open question
PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Slide 28 - Slide
PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Woorden voor personen, zoals:
hij, wij, jullie
Slide 29 - Slide
Ik ben jouw boek kwijtgeraakt.
Slide 30 - Open question
BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Slide 31 - Slide
BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Bijvoeglijk naamwoord wat aangeeft van wie iets is.
Slide 32 - Slide
Eet u uw pannenkoek nog op?
Slide 33 - Open question
More lessons like this
Spelling 8 - 3_2_3
November 2018
- Lesson with
33 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Spelling 8 - 3_2_1
November 2018
- Lesson with
29 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Spelling 8 - 3_1_4
November 2018
- Lesson with
28 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Spelling 8_2
November 2018
- Lesson with
34 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Spelling 8 - 4_3_2
February 2019
- Lesson with
26 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Spelling 8 - 5_4_3
April 2019
- Lesson with
27 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Spelling 8 - 5_1_5
March 2019
- Lesson with
32 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8