Hoofdstuk 3

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Hoofdstuk 3, paragraaf 1 en 2

De werkgelegenheid beweegt in dezelfde richting als het bbp. Werkgelegenheid is daarom een

1. procyclische variabele
2. anticyclische variabele
3. procyclisch beleid
4. anticyclisch beleid

Faillissementen onder bedrijven is een voorbeeld van een

1. Procyclische variabele
2. Anticyclische variabele
3. Procyclisch beleid
4. Anticyclisch beleid

De werkloosheid is een voorbeeld van

1. Procyclische variabele
2. Anticyclische variabele
3. Procyclisch beleid
4. Anticyclisch beleid

Anticyclisch beleid 

Anticyclisch begrotingsbeleid: De overheid probeert met veranderingen in de uitgaven of veranderingen in de hoogte van de belastingen de conjunctuurgolven te dempen.

Hoogconjunctuur: afremmen (O omlaag, b omhoog)

Laagconjunctuur: gas geven (O omhoog, b omlaag)

Gevolgen overheidssaldo?? 

Wanneer de overheid de belastingen verhoogt tijdens een laagconjunctuur is er sprake van ...

1. Procyclische variabele
2. Anticyclische variabele
3. Procyclisch beleid
4. Anticyclisch beleid

Wanneer de overheid de overheidsuitgaven verhoogt in tijden van laagconjunctuur is er sprake van..

1. procyclische variabele
2. anticyclische variabele
3. procyclisch beleid
4. anticyclisch beleid

Wanneer de overheid de economie stimuleert met extra uitgaven, zal een deel van deze investeringen bij de overheid terug komen via de belastingen, dit noem je het

1. Inverdieneffect
2. Uitverdieneffect

Internationale concurrentiepositie 

Hoe zijn bedrijven in staat te concurreren met buitenland?

Versterken door:

- Loonmatiging (lonen stijgen minder hard: productie wordt relatief goedkoper

- Investeren in Arbeidsproductiviteit (dan wordt produceren dus relatief goedkoper.. Productie groeit sneller dan inkomen)

Goed voor de internationale concurrentiepositie: Export stijgt

Automatische stabilisatoren

2 redenen waarom de overheid automatisch anti-cyclisch beleid voert in Nederland:

- Uitkeringen

- Progressieve belastingen

Uitkeringen

Tijdens laagconjunctuur zou de vraag heel laag zijn

Door uitkeringen blijven mensen tóch nog iets besteden

De vraag valt dus niet helemaal weg, waardoor de conjunctuur iets hoger wordt. = Automatische stabilisator

Progressieve belastingen

Hoe hoger het inkomen, hoe meer % belasting (Schijven)

Tijdens hoogconjunctuur stijgen de lonen. Mensen betalen dus meer belasting --> Consumptiegroei wordt hierdoor beperkt. Hoogconjunctuur wordt minder hoog. (En andersom)

Hoofdstuk 3

Hfst 3, paragraaf 1, vraag 2,3,5

Hfst 3, paragraaf 2, vraag 1,2
Hfst 3, paragraaf 3, vraag 2,3,4,6,7