Maar soms eindigt de ik-vorm al op een
-d of -t. Wat dan?
Ik - vorm al een -d: alsnog +t!Ik vind --> Jij vindt, hij vindt, zij vindt, u vindt
Ik word --> Jij wordt, hij wordt, zij wordt, u wordt
Ik - vorm al een -t; hier staat al een -t, dus er komt er niet nog eentje bij
Ik laat --> jij laat, hij laat, zij laat, u laat
Ik rust --> jij rust, hij rust, zij rust, u rust