This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
1.1. Wat wil je kopen?
Wat heb je nodig?
Leerboek en schrift
Rekenmachine
Laptop
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Terugblik op 1.1. (deel 1)
Uitleg en instructie 1.1. (deel 2)
Quiz
Maakwerk voor vandaag - zelfstandig werken
Wat heb je geleerd?
Slide 2 - Slide
Even kijken wat je nog weet...
Wat is een basisbehoefte?
Wat is een overige behoefte?
Wat zijn goederen?
Wat zijn diensten?
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
... een geldbedrag goed noteren
... uitleggen wat zelfvoorziening en consumeren is
... een gemiddelde berekenen
Slide 4 - Slide
Geldbedrag noteren
2 decimalen (centen)
Je schrijft een komma (,) MAAR op je rekenmachine toets je een punt (.) in!
Bij duizendtallen schrijf je een punt, niet op je rekenmachine intoetsen!
1.260,75
Slide 5 - Slide
2.599,95
HD TD D . H T E , C
2 . 5 9 9 , 95
Slide 6 - Slide
0
Slide 7 - Video
Zelfvoorziening
Zelf iets maken waarmee je in je behoeften kunt voorzien.
Slide 8 - Slide
0
Slide 9 - Video
Consumeren
Het kopen van goederen en diensten door consumenten.
Je consumeert op het moment dat je iets koopt, niet als je het opeet.
Slide 10 - Slide
Gemiddelde berekenen
Gemiddelde = totaal : het aantal
Voorbeeld: Bereken de klasgemiddeld.
Lize 6
Rimke 6,7
Jim 8
Totaal 20,7 : 3 = 6,9
Slide 11 - Slide
Quiz
Slide 12 - Slide
Je koopt drinken voor een feest. Een fles cola voor 1,29 euro. Een fles sinas voor 1,13 euro. Twee flessen sap voor 0,60 euro per stuk. Bereken de gemiddelde kosten per fles.
A
1,01
B
3,62
C
3,02
D
0,91
Slide 13 - Quiz
Maakwerk
Maak paragraaf 1.1. opdracht 7t/m 15 op Pincode
Maak Rekenopdrachten H1 opdracht 1 t/m 5 in je schrift