Omgaan met gedragsproblemen.
- Toon begrip voor de gevoelens achter het probleem. Geef ruimte aan die gevoelens en reacties.
- Stel duidelijke grenzen.
- Bied structuur en wees duidelijk.
- Beschouw probleemgedrag nooit als een aanval op jou.
- Evalueer regelmatig je eigen gedrag.
- Wanneer je vindt dat een zorgvrager gelijk heeft, geef dat dan toe.
- Wanneer je je even geen raad meer weet, overleg met collega's of je teamleider.