Modale hulpwerkwoorden

Modale hulpwerkwoorden
In deze les krijg je uitleg over de modale hulpwerkwoorden müssen, wissen en wollen. Je herhaalt de modale hulpwerkwoorden dürfen, können en mögen die je in hoofdstuk 4 gehad hebt. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Modale hulpwerkwoorden
In deze les krijg je uitleg over de modale hulpwerkwoorden müssen, wissen en wollen. Je herhaalt de modale hulpwerkwoorden dürfen, können en mögen die je in hoofdstuk 4 gehad hebt. 

Slide 1 - Slide

Modale hulpwerkwoorden
Wat weet je nog?

Slide 2 - Mind map

Dürfen, können en mögen
Deze modale hulpwerkwoorden heb je vorig hoofdstuk gehad. Ben je vergeten wat deze werkwoorden betekenen en hoe je ze moet vervoegen, dan kun je het filmpje in de volgende dia bekijken om je kennis op te frissen. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Neem voor de rest van de les bladzijde 53 in je boek erbij. 

Slide 6 - Slide

Wanneer verandert de stamklinker van de modale hulpwerkwoorden en wissen?

Slide 7 - Open question

Welke vormen krijgen geen uitgang?

Slide 8 - Open question

Wat is er zo bijzonder aan de enkelvoudsvorm van het werkwoord wissen?

Slide 9 - Open question

Leg uit hoe je de modale hulpwerkwoorden het beste kunt leren voor de toets.

Slide 10 - Open question

Wat betekent het modale hulpwerkwoord dürfen?
A
mogen
B
kunnen
C
weten
D
willen

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het modale hulpwerkwoord wissen?
A
willen
B
lusten
C
weten
D
houden van

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het modale hulpwerkwoord können?
A
kunnen
B
mogen
C
willen
D
weten

Slide 13 - Quiz

Wat betekent het modale hulpwerkwoord müssen?
A
kunnen
B
mogen
C
moeten
D
willen

Slide 14 - Quiz

Maak opdracht 7, 8 en 9 in de online methode.

Klik hier

Slide 15 - Slide

Wat vond je van deze manier van uitleg krijgen en werken aan grammatcia?

Slide 16 - Open question