7.1 De Verlichting

In de achttiende eeuw schreef Belle van Zuylen in een brief aan een
vriendin: "Alle vermogens zijn bij man en vrouw oorspronkelijk dezelfde en als het verstandelijke vermogen bij mannen meer geperfectioneerd is, dan komt dat door studie en uitsluitend en alleen door studie." Je beweert dat Belle van Zuylen in deze brief:
1 verlicht denken toepaste op het terrein van sociale verhoudingen en
2 uitging van rationeel optimisme.
Ondersteun de beweringen telkens met een verschillend argument van Belle van Zuylen
1 / 11
next
Slide 1: Open question
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

In de achttiende eeuw schreef Belle van Zuylen in een brief aan een
vriendin: "Alle vermogens zijn bij man en vrouw oorspronkelijk dezelfde en als het verstandelijke vermogen bij mannen meer geperfectioneerd is, dan komt dat door studie en uitsluitend en alleen door studie." Je beweert dat Belle van Zuylen in deze brief:
1 verlicht denken toepaste op het terrein van sociale verhoudingen en
2 uitging van rationeel optimisme.
Ondersteun de beweringen telkens met een verschillend argument van Belle van Zuylen

Slide 1 - Open question

De Verlichting

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • Verklaren hoe de Verlichting invloed had op:
  1. Religie
  2. Sociale verhouding
  3. Politiek
  4. Economie

Slide 3 - Slide

Kenmerkend aspect
  • KA is onderdeel van lange ontwikkeling
  • TV Ontdekkers en Hervormers: begin van de wetenschappelijke belangstelling (door oa kruistochten en ontdekkingsreizen)
  • TV Regenten en Vorsten: wetenschappelijke revolutie
  • TV Pruiken en Revoluties: Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

Slide 4 - Slide

Religie
  • Door wetenschappelijke revolutie en rationalisme ontstaat vooruitgangsoptimisme
  • Religie staat ontwikkeling ideeën in de weg
  • Gewetensvrijheid maakt Republiek centrale spil in verspreiding Verlichtingsidealen
  • Filosofen gaan verder dan Reformatie: christelijke god bestaat niet in die vorm
  • Deïsme: god als een horlogemaker
  • Spinoza: god is overal in de natuur

Slide 5 - Slide

Sociaal
  • Sinds middeleeuwen is Frankrijk een standensamenleving
  • Geestelijkheid en adel hebben privileges: géén belasting betalen
  • Voltaire: geen probleem, meerderheid moet geleid worden en is onbekwaam
  • Rousseau: ongelijkheid is onnatuurlijk -> verschillen komen uit prestaties niet afkomst

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
Verklaren hoe de Verlichting invloed had op:
  1. Religie:
    Twijfels over christelijke god zoals in de bijbel is beschreven: deïsme & uiteindelijk atheïsme -> Spinoza
  2. Sociale verhoudingen:
    Kritiek op de standensamenleving & privileges standen -> mening van Voltaire en Rousseau

Slide 7 - Slide

Politiek
  • John Locke: volk en staat sluiten een sociaal contract
  • Overheid beschermt de rechten van het volk in ruil voor gehoorzaamheid
  • Als volk niet beschermd wordt mag deze in opstand komen (Plakkaat van Verlatinghe)
  • Rousseau: volkssoevereiniteit: staat ontleent macht aan volk
  • Staat beslist in belang van volk en algemene wil is ondergeschikt aan individueel belang

Slide 8 - Slide

Economie
  • Adam Smith: economie wordt aangedreven door onzichtbare hand
  • Door eigenbelang voorop te stellen groeit welvaart voor iedereen
  • Overheid mag zich niet bemoeien met economie: markt reguleert zichzelf
  • Voorstander van laissez-faire
  • Lockers: burgers mogen bezit beschermen tegen overheid
  • Smith en Locke zijn grondleggers van liberalisme

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • Verklaren hoe de Verlichting invloed had op:
  1. Politiek: legitimatie komt van volk: sociaal contract (Locke) & volkssoevereiniteit (Rousseau)
  2. Economie: vrijhandel & onzichtbare hand -> Smith en Locke

Slide 10 - Slide

Pétion de Villeneuve baseert zich op verlichte denkbeelden.
Licht met een argument van Pétion de Villeneuve tegen de doodstraf toe op welk uitgangspunt van het verlichte denken hij zich baseert.

Slide 11 - Open question