samenvattingen van bronnen en deze zet je vervolgens onder elkaar.
B
samenvattingen van bronnen en deze zet je in een logische volgorde onder elkaar.
C
samenvattingen van verschillende bronnen, geschreven in eigen woorden gerangschikt in een logische volgorde.
D
samenvattingen van verschillende bronnen, geschreven in eigen woorden gerangschikt in een logische volgorde, eventueel aangevuld met eigen voorbeelden.
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Een synthesetekst bestaat uit:
A
samenvattingen van bronnen en deze zet je vervolgens onder elkaar.
B
samenvattingen van bronnen en deze zet je in een logische volgorde onder elkaar.
C
samenvattingen van verschillende bronnen, geschreven in eigen woorden gerangschikt in een logische volgorde.
D
samenvattingen van verschillende bronnen, geschreven in eigen woorden gerangschikt in een logische volgorde, eventueel aangevuld met eigen voorbeelden.
Slide 1 - Quiz
Herken je de kenmerken?
Een synthesetekst is:
A
gebaseerd op verschillende bronnen
B
gebaseerd op één bron
C
gebaseerd op meerdere dezelfde bronnen
D
een tekst waarin je je mening vormt
Slide 2 - Quiz
Lesdoelen
- Je weet waarom het belangrijk is dat je 'echt' van 'nep'nieuws kunt onderscheiden.
- Je weet wat er met een synthesetekst wordt bedoeld.
- Betrouwbare bronnen zoeken en rangschikken.
Slide 3 - Slide
Hoe ontmasker je nepnieuws?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
www.nu.nl
Slide 6 - Link
https:
Slide 7 - Link
Hoe onderscheid jij 'echt' nieuws van 'nep' nieuws?
Slide 8 - Open question
Waarom is bronnenonderzoek belangrijk bij het schrijven van een informatieve tekst?
Slide 9 - Open question
Bronnen check
betrouwbaarheid
originele bron, dus geen artikel die zelf ook weer bronnen gebruikt
Slide 10 - Slide
Maak een document aan
linkjes erin
zoek er minimaal 5 voor jouw onderwerp
Maar eerst: bouwplan!
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Stap 3
3. Informatie groeperen: welke informatie uit verschillende
bronnen hoort bij elkaar? Heb je inmiddels genoeg informatie of
heb je nog meer bronnen nodig?
4. Nu vul je het bouwplan zo uitgebreid mogelijk in met