8.2 Bloed stroomt

Wat is er aan de hand bij bloedarmoede?
A
Te weinig bloed
B
Veel bloed verloren (wond)
C
Te weinig bloedplasma
D
Te weinig hemoglobine
1 / 27
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is er aan de hand bij bloedarmoede?
A
Te weinig bloed
B
Veel bloed verloren (wond)
C
Te weinig bloedplasma
D
Te weinig hemoglobine

Slide 1 - Quiz

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.

Slide 2 - Drag question

Wat is de formule voor verbranding?

Slide 3 - Open question

Welke 2 hormonen spelen een rol bij glycogeen omzetten naar glucose?

Slide 4 - Open question

0

Slide 5 - Video

Lesdoelen

  • De 3 soorten bloedvaten kunnen benoemen.
  • Het verschil tussen de 3 soorten bloedvaten kunnen benoemen.

Slide 6 - Slide

Welke soorten bloedvaten heb je?

1. Slagaders

2. Haarvaten

3. Aders

Slide 7 - Slide

Slagaders
  • Bloed stroomt vanaf het hart naar de organen toe.
  • Grootste slagader in het lichaam is de aorta.
  • Hebben een dikke gespierde wand. 
  • De meeste slagaders zijn vernoemd naar het orgaan waar ze heen gaan.

Slide 8 - Slide

Haarvaten
  • In de organen vertakken de slagaders zich in kleine dunne bloedvaatjes (haarvaten).

  • Vervoeren bloed door de organen.

  • Afgifte en opname van stoffen.

  • Bloed stroomt langzaam.

Slide 9 - Slide

Aders
  • De haarvaten komen bij elkaar in aders.
  • Aders vervoeren het bloed vanaf de organen terug naar het hart.
  • Bevatten kleppen en een dunne wand.
  • De meeste aders zijn vernoemd naar het orgaan waar ze vanaf komen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Lesdoelen
  • De weg kunnen benoemen die het bloed aflegt in de kleine en grote bloedsomloop.
  • De rol van zuurstof in de kleine en grote bloedsomloop kunnen uitleggen.
  • Onderdelen van het hart (met de bijbehorende taken) kunnen benoemen en aangeven op een tekening.

Slide 12 - Slide

Bloedsomloop
  • Kleine bloedsomloop:
hart -> longen -> hart

  • Grote bloedsomloop:
hart -> Alle organen in het lichaam -> hart

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

De hartslag in 3 fasen

Slide 16 - Slide

Herhaling
  • 1. Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?
  • 2. In welke soort bloedvaten vindt de opname en afgifte van stoffen plaats?

  • 3. Slagaders hebben een dikke gespierde wand, waarvoor is dit nodig?
  • 4. Waarvoor dienen de kleppen in aders?

  • 5. Welke route legt het bloed af in de kleine bloedsomloop?
  • 6. Welke route legt het bloed af in de grote bloedsomloop?

Slide 17 - Slide

Lesdoelen
  • Kunnen uitleggen hoe een hartinfarct ontstaat.
  • Kunnen uitleggen op welke manieren een vernauwing van de bloedvaten verholpen kan worden.
  • Kunnen uitleggen wat bloeddruk is en welke gevolgen een hoge bloeddruk kan hebben op je gezondheid.

Slide 18 - Slide

Hoe ontstaan hartproblemen?
  • Via de kransslagader krijgt het hart bloed met glucose en zuurstof.
  • Cholesterol (vetachtige stof) kan de bloedvaten vernauwen.

  • Als de kransslagader op deze manier verstopt raakt, ontstaat er een hartinfarct.

Slide 19 - Slide

Dotteren en plaaten van een stent

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Bypass

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Hoe ontstaat je bloeddruk?
  • Het bloed drukt tegen de wanden van je bloedvaten. Deze druk noemen we bloeddruk.

  • De druk is het hoogste wanneer het bloed de slagaders wordt ingepompt (door het hart). Dit noemen we bovendruk.
  • Tijdens de hartpauze is de bloeddruk het laagst. Dit noemen we onderddruk.

  • Een normale bloeddruk is ongeveer 110 / 70.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Bloeddruk meten

Slide 26 - Slide

Zelf aan de slag (8.2)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie. Kijk ook op je planner.

  • Opdrachten 8.2 (WB blz. 81 t/m 83)
  • Zelf samenvatten (schrift) (TB blz. 50 + 51)
  • Samenvatting werkboek (WB blz. 104) 
  • Digitaal Werkboek in Cumlaude

Slide 27 - Slide