Taal actief 4 Thema 3 les 7 lijdend voorwerp

Spencer maakt..............
Siem zingt......................
Floris schrijft......................
1 / 15
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spencer maakt..............
Siem zingt......................
Floris schrijft......................

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Spencer maakt..............
Siem zingt......................
Floris schrijft......................

Slide 3 - Slide

Het lijdend voorwerp
Je leert hoe je het lijdend voorwerp  in een zin herkent. 

het lijdend voorwerp is het wat-deel in de zin
wat + gezegde+onderwerp

Slide 4 - Slide

Zinsdelen
Gezegde: alle werkwoorden in een zin
Zegt wat er gedaan wordt

Slide 5 - Slide

Wat is het gezegde in de zin?
Een ridder had de enorme draak verslagen.

Slide 6 - Open question

Zinsdelen
Onderwerp: wie of wat doet het?
Het onderwerp is actief in de zin

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp in de zin?
Een ridder had de enorme draak verslagen.

Slide 8 - Open question

Zinsdelen
Het lijdend voorwerp: de persoon of het ding waar iets mee wordt gedaan
Het lijdend voorwerp doet zelf niets

Slide 9 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp?
Mijn oma geeft me een knuffel.
A
Mijn oma
B
een knuffel
C
geeft
D
me

Slide 10 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?

Ik eet elke dag een taartje.
A
Ik
B
eet
C
elke dag een taartje
D
een taartje

Slide 11 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?
Laura heeft haar huiswerk toch gemaakt.
A
Laura
B
heeft gemaakt
C
toch
D
haar huiswerk

Slide 12 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?

Mijn vader leest de krant.
A
Mijn Vader
B
leest
C
de krant

Slide 13 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?
Een ridder had de enorme draak verslagen.

Slide 14 - Open question

Wat kies jij?
yes, ik snap het! maak opdracht 2 en 3
Ik begrijp het wel een beetje: opdracht 1 en 2
Ik heb nog extra uitleg nodig:  instructietafel 

Slide 15 - Slide