(hv) Les 4 - schrijfvaardigheid (ex. 7) + nakijken

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre (A)
pas d'ordinateur!
pas de portable!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre (A)
pas d'ordinateur!
pas de portable!

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui, on va:
  • Faire / corriger les exercices de REGARDER & LIRE
  • écrire: ex. 7
  • Quizlet live???
HELI naar online methode voor ex. 1 en 2

Slide 2 - Slide

Est-ce qu'on va...
...écouter la prof? 
...travailler en silence?
... ou travailler ensemble?

Slide 3 - Slide

On va...
...écouter la prof! 

Slide 4 - Slide

On va...
...travailler en silence.

Slide 5 - Slide

timer
2:00

Slide 6 - Slide

Exercice 3 – Mise en route
A
1 l’escalier
2 la porte
3 la fenêtre
4 le garage
5 le jardin
6 la rue

Slide 7 - Slide

timer
5:00

Slide 8 - Slide

Exercice 4 – Mise en route ~ vocabulaire - A

A = 7
B = 5
C = 1
D = 6
E = 2
F = 8
G = 3
H = 4


B
1 een bushalte
2 de auto’s
3 stadscentrum
4 een supermarkt
5 op de hoek
6 winkels
7 het strand
8 verkeer


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Exercice 5 – Compréhension globale
1 a grote stad
 b vuurtoren

2 Julie:  Bordeaux, grande ville, centre-ville, beaucoup de circulation, station de métro
 Timéo:  Bretagne, 25 mètres de haut, la plage



Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Exercice 6 – Compréhension détaillée
1. wonen

2. a vrai
 b vrai
 c faux

3. A, à pied




Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Exercice 6 – Compréhension détaillée
4. 1 en face de = tegenover
 2 au coin de = op de hoek van
5. B
6. A, B
 Nous avons un appartement au deuxième étage.
 Il faut monter un escalier de 100 marches !




Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Exercice 6 – Compréhension détaillée
7. 1 Ze gaan surfen.
 2 Ze gaan interessante dingen zoeken op het strand.

8. a Julie woont in een grote stad, Timéo aan de kust; Julie gaat lopend naar school, Timéo gaat met de bus; Julie woont dicht bij haar school, Timéo woont ver weg van zijn school.
 b Ze wonen allebei in een appartement; ze wonen allebei niet op de begane grond.





Slide 17 - Slide

Exercice 6 – Compréhension détaillée
9. a Je vais au collège à pied (Julie).
  Nous allons au collège en bus (Timéo).
 b je vais
  nous allons





Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Exercice 6 – Compréhension détaillée
10. De folder past het best bij Julie, want het gaat over winkelen in een grote stad en Julie houdt van de drukte van grote steden.

11. Nee, want er staat dat de winkels van maandag t/m zaterdag tot acht uur ’s avonds open zijn.

12. Open, geopend.

Slide 20 - Slide

Aujourd'hui, on va:
  • Faire / corriger les exercices de REGARDER & LIRE
  • écrire: ex. 7

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Instruction
Quoi: ex. 7: benoem in je tekst: 
  • De locatie van het winkelgebied ("de binnenstad van Delft" of één of twee straatnamen)
  • Toegang: hoe kun je er makkelijk komen (is er een bus- of tramhalte, is er een parkeergarage?) 
  • Openingstijden van winkels en restaurants
  • Eén wervende zin: waarom moeten Franse vakantiegangers naar dit winkelgebied komen?

Comment: Op papier of op de computer - maar zonder Translate! - gebruik je boek zoveel mogelijk, eventueel een woordenboek
Le but: praktische informatie geven, vertellen wat ergens te vinden is
Combien de temps: Ce cours - deze les! 

Slide 23 - Slide

On va...
... travailler ensemble!

Slide 24 - Slide

Merci et à la prochaine! 
Et n'oubliez pas les devoirs:

Apprendre 3 FN-NF (blz. 134) (het werkwoord aller)
Maken: ex. 1 t/m 7 (p. 112-117)



Slide 25 - Slide