Taal 23 april

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Taal

je hebt nodig:

- taalschrift en pen/potlood

- snappet

Doel

Ik kan een onregelmatig werkwoord in de tegenwoordige tijd vervoegen.

tegenwoordige tijd

De tegenwoordige tijd is de tijd van nu.

Het gebeurt op dit moment.

Voorbeeld:

Ik zit op een stoel ( Dit doe ik nu )

Jij kijkt naar dit scherm ( Dit doe jij nu)

werkwoorden

Werkwoorden (doe woorden)  kun je in 2 categorieën verdelen:

regelmatig en onregelmatig

Op de volgende slide worden deze uitgelegd.

regelmatige werkwoorden

Uitleg en voorbeeld 1

Uitleg en voorbeeld 2 

onregelmatige werkwoorden

Wat zijn dat?

een onregelmatig werkwoord vervoegen in de tegenwoordige tijd.

Ik doe het voor

wij doen het samen

Dit zijn de vervoegingen van kunnen en mogen. 

Dit zijn de vervoegingen van willen en zullen

kunnen en mogen

willen en zullen

Welke vervoeging van het werkwoord mogen hoort er op de stippellijn?

Even oefenen

Ik .... naar de speeltuin.

mag

mog

mogen

Welke vervoeging van het werkwoord willen hoort er op de stippellijn?

Even oefenen

Hij ... een ijsje.

wil

wilt

willen

Welke vervoeging van het werkwoord kunnen hoort er op de stippellijn?

Even oefenen

Jij ... heel goed touwtjespringen

kun

kunt

kan

Taal thema 7 les 9

- opgave 1 en 2

- 10+

- werkpakket taal, van elk doel 10 opgaven.

Je bent in totaal 30 minuten bezig met taal.