Benoem (en lees hardop voor) welke zinnen deze les aan bod komen. Laat de leerlingen waar nodig de vertalingen benoemen.
Benoem dat de zinnen ingevuld kunnen worden met left/right/straight etc.
Combine the text with the traffic sign.
Go straight
Turn left
Cross the street
Turn right
Traffic lights
Slide 9 - Drag question
De leerlingen koppelen via hun eigen laptop de verkeersborden met de juiste teksten. Vervolgens toon je de juiste antwoorden op het Digibord en de leerlingen zien of ze het goed gedaan hebben.
Match the sentences to make directions.
Stop at ...
Turn ...
Cross ...
How do I get to ...
It's in between ...
... the street.
... right at the roundabout.
... the library?
... the school and the cinema.
... the traffic lights.
Slide 10 - Drag question
De leerlingen koppelen via hun eigen laptop de zinnen met de juiste teksten. Vervolgens toon je de juiste antwoorden op het Digibord en de leerlingen zien of ze het goed gedaan hebben.
Make a question with the words. to / bank / get / I / how / the / do ?
Slide 11 - Open question
De leerlingen maken zinnen van de losse woorden. Vervolgens toon je de juiste antwoorden op het Digibord en de leerlingen zien of ze het goed gedaan hebben.
Make a sentence with the words. lights / the / left / turn / traffic / at .
Slide 12 - Open question
De leerlingen maken zinnen van de losse woorden. Vervolgens toon je de juiste antwoorden op het Digibord en de leerlingen zien of ze het goed gedaan hebben.
Slide 13 - Slide
Deze plattegrond is benodigd voor de volgende opdracht. Leerlingen gaan dan zinnen in de juiste volgorde zetten om van plek 1 naar plek 2 te komen. Benoem hier duidelijk bij dat ze zich moeten inleven in de reiziger en dat links op de kaart voor de reiziger rechts kan zijn wanneer hij andersom staat.
Put the sentences in the right order to get from A to B.
Turn left.
Stop at the roundabout.
Go straight.
Go straight at the roundabout.
Slide 14 - Drag question
De leerlingen zetten de zinnen op de juiste volgorde om van plek A naar plek B te komen. Vervolgens toon je de antwoorden op het bord en bespreek je deze met de leerlingen, zo kunnen ze leren van hun fouten en de volgende plattegrond beter invullen.
Put the sentences in the right order to get from C to D.
Turn right at the roundabout.
Turn left.
Go straight.
Take the first left.
Slide 15 - Drag question
De leerlingen zetten de zinnen op de juiste volgorde om van plek C naar plek D te komen. Vervolgens toon je de antwoorden op het bord en bespreek je deze met de leerlingen, zo kunnen ze leren van hun fouten en de volgende plattegrond beter invullen.
Put the sentences in the right order to get from F to A.
Turn straight at the roundabout.
Take the first right.
Go straight.
Take the first left.
Slide 16 - Drag question
De leerlingen zetten de zinnen op de juiste volgorde om van plek F naar plek A te komen. Vervolgens toon je de antwoorden op het bord en bespreek je deze met de leerlingen, zo kunnen ze leren van hun fouten.
Play the game with the person next to you.
Use the words and sentences you have learned.
Slide 17 - Slide
De leerlingen gaan nu tweetallen vormen en dan allebei één keer een route beschrijving volgen. Op de volgende dia staat de plattegrond weer weergegeven en staan er hulp zinnen bij. De leerling die luistert volgt de weg van de ander met zijn vinger mee.
You can use these sentences:
Turn ... at the roundabout.
Go straight ahead.
The ... is at your left.
Stop at the traffic lights.
Cross the street.
Slide 18 - Slide
De leerlingen gaan nu tweetallen vormen en dan allebei één keer een route beschrijving volgen. De plattegrond staat weer weergegeven en staan er hulp zinnen bij. De leerling die luistert volgt de weg van de ander met zijn vinger mee. Daarna wisselen ze om.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 19 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 20 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 21 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite hebben. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.