V3 2.3

Welkom :)
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij


1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom :)
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij


Slide 1 - Slide

Herhaling vorige lessen
  1. wat is de resulterende kracht? (Fres)
  2. wat betekent evenwicht? (bij Natuurkunde)
  3. wat is de parallellogram methode?
  4. wanneer gebruik je de parallellogrammethode?
  5. hoe groot en in welke richting is de resulterende kracht hieronder?
timer
3:00
- werk in tweetallen
- probeer het eerst uit je hoofd, als je het niet weet mag je je boek of schrift gebruiken

Slide 2 - Slide

Vandaag:
  • Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
  • Checkvragen maken
  • Opdrachten maken. 
  • Controle & afsluiting
  • Eerst: waarom? 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Je kunt van drie weerstandkrachten aangeven hoe ze ontstaan en hoe je ze kunt verminderen.

Je kunt de eerste wet van Newton uitleggen en gebruiken om te bepalen hoe een voorwerp beweegt.

Je kunt uitleggen hoe een voorwerp beweegt als de resulterende kracht niet gelijk aan 0 N is.

Slide 4 - Slide

Waarom?

Slide 5 - Slide

Krachten in evenwicht
De zwaartekracht Fz werkt naar beneden
De veerkracht Fv werkt omhoog


Er is krachtenevenwicht, 
dus de zwaartekracht is gelijk aan de veerkracht

Slide 6 - Slide

Krachten in evenwicht
De zwaartekracht Fz werkt naar beneden
De normaalkracht Fn werkt omhoog


De normaalkracht wordt door de tafel 
uitgeoefend op de vaas

Slide 7 - Slide

Resulterende kracht bij evenwicht

Als de resulterende kracht 0 N is, is er krachtenevenwicht.

Het lijkt alsof er helemaal geen kracht werkt.

Als er geen kracht werkt, is er geen verandering.

Slide 8 - Slide

Eerste wet van Newton

Als de resulterende kracht 0 N is, is het voorwerp in rust, of het beweegt met een constante snelheid langs een rechte lijn.

Met andere woorden:
Als er geen kracht werkt, is er geen verandering.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Verandering van beweging
1) Fres wijst naar voor
     De snelheid wordt groter
2) Fres wijst naar achter
     De snelheid wordt kleiner
3) Fres wijst naar links of rechts
     De richting verandert

Slide 11 - Slide

Bekijk de diagram. Wanneer
is de resulterende kracht
gelijk aan 0 N.

Slide 12 - Open question

In de ruimte is geen lucht (vacuüm) en zijn er dus geen weerstandskrachten

Slide 13 - Slide

Weerstandskrachten
Weestandskrachten = krachten die tegenwerken.

1) Luchtweerstandskracht
2) Schuifweerstandskracht
3) Rolweerstandkracht

Slide 14 - Slide

Luchtweerstandskracht
Omdat je de lucht opzij moet duwen, 
ondervindt je luchtweerstandskracht.
(die voel je als je hard fietst)

Je kan de luchtweerstandkracht kleiner maken door:
Frontaal oppervlak te verkleinen, of het voorwerp te stroomlijnen.




Slide 15 - Slide

Schuifweerstandkracht
Een voorwerp dat over een opper-
vlak schuift, ondervindt
schuifweerstandkracht.

Je kan de schuifweerstandkracht kleiner maken door
het oppervlak zo glad mogelijk te maken.
(of groter maken voor grip!)

Slide 16 - Slide

Rolweerstandkracht
Een voorwerp dat over een 
oppervlak rolt, ondervindt 
rolweerstandkracht.

Je kan de rolweerstandkracht kleiner maken door
het oppervlak zo hard mogelijk te maken.
(banden oppompen!)

Slide 17 - Slide

Je fietst met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Hoe groot zijn de weerstandskrachten?
A
Ook 50 N
B
Kleiner dan 50 N
C
Groter dan 50 N
D
Kun je niet weten

Slide 18 - Quiz

Welke weerstandkracht maak je kleiner door je banden op te pompen?
A
Luchtweerstandkracht
B
Schuifweerstandkracht
C
Rolweerstandkracht
D
Alle weerstandkrachten

Slide 19 - Quiz

Opdrachten
Maak opdrachten 2.3 routekaart.
Tweetallen, je mag zachtjes overleggen.
Ben je klaar? werk ook 2.1 en 2.2 bij.
timer
20:00

Slide 20 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Slide

Klaar?
Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??

Slide 22 - Slide