Gedichten les 2

Bijzonder taalgebruik
Vorige les: poëzie, rijmschema
Deze les: beeldspraak
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Bijzonder taalgebruik
Vorige les: poëzie, rijmschema
Deze les: beeldspraak

Slide 1 - Slide

Wat zou je doen – Ali B.
Wat zou ik doen als ik woonde in Bagdad?
Zou ik smeken bij degene die de macht had?
Eh yo hoe erg zou het zijn op de Balkan?
De meeste mensen die snappen er geen bal van
Kongo, Kosovo en Pakistan
Sierra Leone, Soedan en Afghanistan
Eritrea en natuurlijk Georgië
Het is oorlog van hier tot aan Bosnië.

Slide 2 - Slide

Vul onderstaande meerkeuzevragen in. Er is 1 antwoord goed.
Het rijmschema van deze rap is:

A
ABABABAB
B
AA BB BB CC
C
AB CD EF GH
D
AA BB AA BB

Slide 3 - Quiz

Het rijmschema (in woorden) van deze rap is:

A
gekruist rijm
B
gepaard rijm

Slide 4 - Quiz

Beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie, metonymie
- Bij beeldspraak gebruik je woorden in een
   figuurlijke betekenis.

- Goede beeldspraak maakt een tekst mooier,
   duidelijker en krachtiger.

Slide 5 - Slide

Beeldspraak: Vergelijking
In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken: het beeld en degene om wie het gaat.

De vijand kwam als een dief in de nacht
Hij ging er als een haas vandoor
Zij heeft een hart van goud
Zo rood als een kreeft

Slide 6 - Slide

Beeldspraak: Metafoor
Ook een vergelijking, waarbij het object helemaal wordt vervangen door het beeld. 

Het schip der woestijn (kameel)
Een tsunami van nieuwe voorschriften (een enorme berg)
De wandelende encyclopedie van de klas is vandaag jarig (een leerling die veel weet).


Slide 7 - Slide

Personificatie

Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als een persoon.

 

De zon streelde onze wangen

Het gevaar loerde op elke hoek van de straat

Papier is geduldig

Slide 8 - Slide

Metonymia
je leest alleen een beeld, het object ontbreekt. De relatie tussen object en beeld kan op verschillende manieren worden gelegd:
De nieuwste Lanoye lezen (maker voor product)
De ijzers onderbinden (materiaal voor product)
Geef me nog maar een glas (verpakking voor inhoud)
Even de koppen tellen (deel voor geheel)
Den Haag kiest voor cultuur (geheel voor deel)

Slide 9 - Slide

Bij de ingang van de discotheek stond EEN KLEERKAST die iedereen fouilleerde.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 10 - Quiz

Mijn oude fiets SMEEKT om een grondige opknapbeurt.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 11 - Quiz

Wat een WOLK VAN EEN BABY heeft dat jonge stel.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 12 - Quiz

Opeengepakt ALS HARINGEN IN EEN TON werden we in de legertruck vervoerd.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 13 - Quiz

Hij vindt de Haagse politiek NET EEN POPPENKAST.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 14 - Quiz

Iedereen riep om meer blauw op straat.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 15 - Quiz

Het riet FLUISTERDE dat koning Midas ezelsoren had.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 16 - Quiz

Noem drie dingen die je deze les hebt geleerd?

Slide 17 - Open question

Wat vind je nog onduidelijk?

Slide 18 - Open question