Metafoor, vergelijking en personificatie

Beeldspraak

Vergelijking - metafoor - personificatie

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Beeldspraak

Vergelijking - metafoor - personificatie

Slide 1 - Slide

Beeldspraak: vergelijking, metafoor en personificatie
- Bij beeldspraak gebruik je woorden in een
   figuurlijke betekenis.

- Goede beeldspraak maakt een tekst mooier,
   duidelijker en krachtiger.

Slide 2 - Slide

Vergelijking
In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken.

De vijand kwam als een dief in de nacht
Hij ging er als een haas vandoor
Zij heeft een hart van goud
Zo rood als een kreeft

Slide 3 - Slide

Metafoor
Het object wordt helemaal vervangen door het beeld.

Het schip der woestijn (kameel)
Een tsunami van nieuwe voorschriften (een enorme berg)
Een vruchtbare vergadering (een vergadering met resultaat)

Slide 4 - Slide

personificatie

Met een personificatie stel je een levenloos ding voor als een persoon.


De zon streelde onze wangen.

Het gevaar loerde op elke hoek van de straat.

Slide 5 - Slide

Papier is geduldig
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 6 - Quiz

viswijf
A
vergelijking
B
personificatie
C
metafoor

Slide 7 - Quiz

Dans metaforen, dans!
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 8 - Quiz

De schat van hiernaast heeft alweer soep gebracht.
A
Metafoor
B
Personificatie
C
vergelijking

Slide 9 - Quiz

De wind huilt...
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 10 - Quiz

voetbal is oorlog
A
metafoor
B
personificatie
C
vergelijking

Slide 11 - Quiz

Onze tuin snakt naar regen.
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 12 - Quiz

Onze overbuurman lijkt wel een bowlingbal.
A
personificatie
B
metafoor
C
vergelijking

Slide 13 - Quiz