1HA H2.1 + 2.2

Welkom HA11
Ga zitten, pak je laptop en ga naar LessonUp. 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom HA11
Ga zitten, pak je laptop en ga naar LessonUp. 

Slide 1 - Slide

Reken uit zonder rekenmachine:
4 x 9 =
56 : 8 =
16 + 88=
103 - 64=


timer
1:30

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
Je gebruikt nu een vermenigvuldigingspunt in plaats van x.
Je kan de rekenvolgorde toepassen.
Je kan breuken vereenvoudigen.
Je kan helen uit de breuk halen.
Je kan helen in de breuk zetten. 

Slide 3 - Slide

vermenigvuldigingsteken.
Op de basisschool hebben jullie het x teken geleerd.
Nu gaan we gebruik maken van een vermenigvuldigingspunt.
5 x 3 wordt dan  5.3 

Slide 4 - Slide

Rekenvolgorde.
Werk eerst hetgeen tussen de haakjes uit.

Slide 5 - Slide

Rekenvolgorde.
Werk eerst hetgeen tussen de haakjes uit.
Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.

Slide 6 - Slide

Rekenvolgorde.
Werk eerst hetgeen tussen de haakjes uit.
Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts.
Optellen en aftrekken van links naar rechts. 

Slide 7 - Slide

voorbeelden
7+58=
48:(3+5)3=

Slide 8 - Slide

Bereken:

63(1610)2+9:3

Slide 9 - Open question

Breuken.
     is een voorbeeld van een breuk

4 is de teller.
7 is de noemer
74

Slide 10 - Slide

Breuken vereenvoudigen.
Ga opzoek naar een getal waardoor je de teller en noemer kan delen zodat het kleiner wordt. 

Slide 11 - Slide

Hele uit de breuk halen.
Bereken hoe vaak je de noemer uit de teller kunt halen. 

Slide 12 - Slide

Hele uit de breuk halen.
Bereken hoe vaak je de noemer uit de teller kunt halen. 
4 past 6 keer in 27.
Dan houd je er nog 3 over.

Slide 13 - Slide

Hele uit de breuk halen.
Bereken hoe vaak je de noemer uit de teller kunt halen. 
4 past 6 keer in 27.
Dan houd je er nog 3 over.
Dit blijft dan in de breuk staan. 

Slide 14 - Slide

Helen in de breuk zetten.
vermenigvuldig het getal dat voor de breuk staat met de noemer.
 

Slide 15 - Slide

Helen in de breuk zetten.
vermenigvuldig het getal dat voor de breuk staat met de noemer.
Tel dit getal op met de teller. 

Slide 16 - Slide

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als dat kan.


159
A
159
B
153
C
53
D
59

Slide 17 - Quiz

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als dat kan.
836
A
484
B
442
C
4
D
421

Slide 18 - Quiz

Zet de helen in de breuk.
332
A
311
B
38
C
36
D
kan niet.

Slide 19 - Quiz

Aan de slag.
Maak de volgende opgaven:
 11, 12, 13ab, 18, 19
blz. 60 + 63

Slide 20 - Slide