Week 9 (45) 2023 klas 3

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 55
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Slide


  • jas uit, pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • laptop/boek/schrift/pen op tafel

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?

  1. Logo erklärt
  2. Hören und Sehen




Slide 3 - Slide

Die Lernziele:
  • ik ben  in staat een Duitstalig filmpje op hoofdlijnen te begrijpen;
  • ik ben in staat om vragen bij dit filmpje te beantwoorden.

Slide 4 - Slide

aber zuerst...
Hören und sehen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

jetzt.... Horen und Sehen

Slide 7 - Slide

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was?     Hören und Sehen Neuneinhalb
Wie?      selbstständig, in LessonUp; toets
Hilfe?     keine
Zeit?       15 Minuten
Fertig?  'toets' inleveren en Slim Stampen hoofdstuk 2

I





Slide 8 - Slide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:


Machen:
Aufgaben 7, 8 en 9 via
                het online boek: Start;  Kapitel Gesundheit: B: Wortschatz




Slide 9 - Slide

Heb ik de leerdoelen behaald?
ben ik in staat een Duitstalig filmpje op hoofdlijnen te begrijpen;
ben ik staat om vragen bij dit filmpje te beantwoorden.

Slide 10 - Slide



Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächstes Mal!


Slide 11 - Slide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 12 - Slide


  • jas uit, pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • laptop/boek/schrift/pen op tafel

Slide 13 - Slide

Was machen diese Stunde?

1. Logo Erklärt
2.Schreibfertigkeit: weil/denn, das/dass und ob/oder




Slide 14 - Slide

Lernziele:
  1. Je kunt het verschil tussen weil en denn uitleggen en je bent in staat om met deze woorden een zin te maken. 
  2. Je kunt het verschil tussen das en dass uitleggen en je kunt deze woorden gebruiken in een zin
  3. Je kunt het verschil tussen  ob en oder uitleggen en je kunt deze woorden gebruiken in een zin

Slide 15 - Slide



Aber zuerst.....ein Filmchen!



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Zweifelsfälle der deutschen Sprache

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

das/dass
Ich finde ..... Buch sehr spannend.
A
dass
B
das

Slide 20 - Quiz

das/dass
Meinst du ..... da?
A
dass
B
das

Slide 21 - Quiz

das/dass
Ja, ...... auf dem Tisch da.
A
dass
B
das

Slide 22 - Quiz

das/dass
Ich finde, ..... es gut geschrieben ist.
A
dass
B
das

Slide 23 - Quiz

das/dass
..... ist mein Lieblichsbuch.
A
dass
B
das

Slide 24 - Quiz

das/dass
Ich glaube, ..... ich es schon gelesen habe.
A
dass
B
das

Slide 25 - Quiz

das/dass
Ich finde ..... Buch, .....dort steht, noch spannender.
A
dass, das
B
das, das
C
dass, dass
D
das, dass

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Let op de zinsvolgorde

Slide 28 - Slide

Ich gehe jetzt schlafen, ... ich müde bin.
A
denn
B
weil

Slide 29 - Quiz

Er liegt im Bed, ..... er ist müde
A
denn
B
weil

Slide 30 - Quiz

Sie kauft die Schuhe nicht, ... sie zu teuer sind.
A
denn
B
weil

Slide 31 - Quiz

Ich denke er liebt reisen, ... fährt er gern ins Ausland.
A
denn
B
weil

Slide 32 - Quiz

Ich kaufe das Buch , ..... es billig ist!
A
denn
B
weil

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Ich frage mich, ..... du gut geschlafen hast.
A
ob
B
oder

Slide 35 - Quiz

Was findest du eine schönere Farbe?
Gelb ..... Blau?
A
ob
B
oder

Slide 36 - Quiz

Er hat mich gefragt ..... ich Zeit hatte zum Fußball spielen.
A
ob
B
oder

Slide 37 - Quiz

Weißt du, ..... er zu Hause ist?
A
ob
B
oder

Slide 38 - Quiz

Wir können hier nach rechts .... nach links abbiegen.
A
ob
B
oder

Slide 39 - Quiz

Pause

Slide 40 - Slide

Hallo
Stunde 2

Slide 41 - Slide

An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was?     Macht Aufgaben 39, 40, 41, 42 online
Wie?      selbstständig, via Start: Kapitel Gesundheit: G: 
                Schreiben.
Hilfe?    die Wörterliste und ein Wörterbuch
Zeit?      20 Minuten
Fertig?  Schreibt einen E-Mail (Aufgabe 44) auf einem 
                 Zettel. Benutzt die vorherigen Aufgaben als 
                 Inspiration für eure eigenen E-Mail. Liefer deine
                 E-Mail ein!!
 
                 









Slide 42 - Slide

Heb ik de leerdoelen behaald?
  • kan ik het verschil tussen weil en denn uitleggen en ben ik in staat om met deze woorden een zin te maken?
  • kan ik het verschil tussen das en dass uitleggen en kan ik deze woorden gebruiken in een zin?
  • kan ik het verschil tussen ob en oder uitleggen en kan ik deze woorden gebruiken in een zin?

Slide 43 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 44 - Slide



Danke für eure Aufmerksamkeit.

Bis nächstes Mal!


Slide 45 - Slide

Was machen wir heute?


  • Logo schauen
  • Grammatik: der dritte Fall
  • üben

Slide 46 - Slide

 die Lernziele:
  • ik kan  uitleggen wat naamvallen zijn;
  • ik ken de Duitse persoonlijk voornaamwoorden en begrijpt hoe je   personen/dingen/groepen personen kunt vervangen door een persoonlijk  voornaamwoord; 
  • ik ben  in staat om met behulp van het stappenplan Naamvallen het juiste  persoonlijk voornaamwoord in de eerste en derde naamval in een zin te plaatsen;                               


Slide 47 - Slide

Naamvallen zijn......???
en welke naamvallen ken je???

Slide 48 - Slide

nog een keer:
Naamvallen zijn eigenlijk ' gewoon'  zinsdelen:
1ste naamval = het onderwerp
3de naamval = het meewerkend voorwerp
4de naamval = het lijdend voorwerp

Slide 49 - Slide

Persoonlijk voornaamwoorden
Wat zijn dat ook alweer en ken je ze nog?

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

An die Arbeit!
An die Arbeit: 

Was?   Maak Aufgaben 21 en 22 online 
Wie?   selbstständig, online: Start; Kapitel Gesundheit: 
            E Grammatik 
Hilfe?  Seite 67 und  68 (Grammatik) + het stappenplan 
Zeit?    10 Minuten
Fertig? Slim Stampen: Wir gehen bald weiter mit Schreibfertigkeit!




Slide 54 - Slide

Heb ik de leerdoelen behaald?
  • kan ik uitleggen wat naamvallen zijn?
  • ken ik de Duitse persoonlijk voornaamwoorden en begrijpt hoe je personen/dingen/groepen personen kunt vervangen door een persoonlijk voornaamwoord; 
  • Ben ik in staat om met behulp van het stappenplan Naamvallen het juiste persoonlijk voornaamwoord in de eerste en derde naamval in een zin te plaatsen;     

Slide 55 - Slide