This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Starke Verben
Slide 1 - Slide
Vervoegingen
In de tegenwoordige tijd gebruik je feesttenten regel.
Vb. lassen oder lesen
Slide 2 - Slide
Algemeen
Sterke ww krijgen een klinker verandering in de verleden tijd en vaak ook bij het volt.dw.
Is het in het NL een sterk ww, dan is het bijna altijd in het Duits ook een sterk ww.
Slide 3 - Slide
A/Ä-Wechsel
Sterke ww met een a in de stam krijgen in de tegenwoordige tijd bij du/er/sie/es/man een Umlaut (ä). Vb:
ich schlafe
du schläfst
er/sie/es/man schläft
wir schlafen
ihr schlaft
sie/Sie schlafen
Slide 4 - Slide
Vervoeg nu het ww fahren. (Het hele rijtje ich ..., du ..... etc.)
Slide 5 - Open question
Richtig oder falsch?
Had je het antwoord goed?
Ja? Gut gemacht!
Nee? Lees de regel a/ä-Wechsel nog eens door en eventueel ook de regels over het vervoegen van ww (feesttenten etc)
Slide 6 - Slide
E/i-Wechsel
(2 uitzonderingen)
1. De sterke ww geben, nehmen en treten hebben een lange klank, maar krijgen een i ipv een ie. (Let op! Bij het ww nehmen verandert de letter "h" bij du/er/sie/es naar een m, dus du nimmst).
2. De sterke ww gehen en (ver)stehen hebben geen e/i-Wechsel.
Slide 7 - Slide
E/i-Wechsel
Sterke ww met een e in de stam krijgen in de tegenwoordige tijd bij du/er/sie/es/man een i/ie.
- Bij een korte e wordt het i. (essen - du isst)
- Bij een lange e wordt het ie. (lesen - du liest)
ich spreche
du sprichst
er/sie/es/man spricht
wir sprechen
ihr sprecht
sie/Sie Sprechen
Slide 8 - Slide
Vervoeg nu het ww geben. (Het hele rijtje ich ..., du ..... etc.)
Slide 9 - Open question
Richtig oder falsch?
Had je het antwoord goed?
Ja? Gut gemacht!
Nee? Lees de regel e/i-Wechsel nog eens door en eventueel ook de regels over het vervoegen van ww (feesttenten etc)