Taal 8.2.7

Taal 8.2.7
Doel: ik kan de werkwoord kunnen, mogen, willen en zullen vervoegen in tegenwoordige tijd. 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 2,5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Taal 8.2.7
Doel: ik kan de werkwoord kunnen, mogen, willen en zullen vervoegen in tegenwoordige tijd. 

Slide 1 - Slide

springen 
lopen
ik 
jij
hij
wij 
loopt 
spring
springen 
loopt
loop
spingt
lopen
springt

Slide 2 - Drag question

Regel 
ik 
ik-vorm
jij 
ik-vorm + t
hij 
ik-vorm + t
wij 
hele woord 

Slide 3 - Slide

regel
kunnen 
mogen 
willen 
zullen 
Ik 
ik-vorm
kan 
mag
wil
zal
jij
ik-vorm + t
kunt
mag
wilt
zult
hij
ik-vorm + t
kan
mag
wilt
zal
wij
hele woord 
kunnen 
mogen 
willen 
zullen 

Slide 4 - Slide

kunnen 
ik 
jij
hij
wij
kunnen 
kan 
kunt
kan

Slide 5 - Drag question

mogen
ik 
jij
hij
wij
mag
mag
mogen
mag

Slide 6 - Drag question

willen
ik 
jij
hij
wij
wil
willen
wil
wilt

Slide 7 - Drag question

zullen
ik 
jij
hij
wij
zult
zal
zal
zullen

Slide 8 - Drag question

Ganzenbord
luister goed

Slide 9 - Slide

Gr. 1
Gr. 2
gr. 3
gr. 4
gr. 5
gr. 6
gr. 7
gr. 8
Noor
Evi
Ennes
Briseïs
Rishaan
Levi
Benjamin
Elina
Faye
Shayenne
Mees
Lars
Daan
Violet
Tim
Maddie
Vida
Ishaan R.
Merlijn
Kyan
Lia
Keano
Arthur
Bodi
Ishaan M.
Naomi

Slide 10 - Slide