Lezen blok 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Lezen blok 3

Wat gaan we doen vandaag?

- Lesdoelen

- Korte herhaling vorige les

- Uitleg theorie 

- Aan de slag!

- Evaluatie 

Lesdoelen

Na deze paragraaf:

herken je teksten met een mening;

ken je het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten;

kun je feiten en meningen herkennen;

weet je het verschil tussen feitelijke en persoonlijke argumenten.

Korte herhaling

Wat is een kernzin in een alinea?

1. De eerste zin van de tekst
2. De zin die de hoofdgedachte van de alinea weergeeft
3. De laatste zin van de tekst
4. De langste zin in de alinea

Wat is het doel van een activerende tekst?

1. De lezer iets laten doen
2. De lezer vermaken
3. De lezer overtuigen
4. Informatie geven

Uitleg theorie

Teksten met een mening

In blok 1 heb je gezien dat er twee tekstdoelen zijn die te maken hebben met meningen:

mening geven: de schrijver laat alleen een of meer meningen zien. De lezer kan daarna zijn eigen mening vormen. Een tekst die meningen laat zien, is een objectieve tekst. Voorbeelden: artikel in tijdschrift, artikel in krant.

overtuigen van een mening: de schrijver geeft zijn eigen mening en laat zo veel mogelijk argumenten zien die zijn mening ondersteunen. Hij wil de lezer ervan overtuigen dat hij gelijk heeft. Een tekst die wil overtuigen is een subjectieve tekst. Voorbeelden: ingezonden stuk, recensie, blog.

Een mening is iemands persoonlijke opvatting. Iemand die wil uitleggen waarom hij gelijk heeft, geeft argumenten voor zijn mening.

 Er zijn verschillende soorten argumenten:

objectieve argumenten: er worden feiten genoemd die de mening ondersteunen. Je kunt controleren of de feiten kloppen.

subjectieve argumenten: er worden gevoelens of overtuigingen genoemd die de mening ondersteunen. Je kunt niet zeggen of ze waar of niet waar zijn, je kunt alleen nagaan of jij het ook zo voelt.

Bij een argument is vaak een tegenargument te geven: een feit of gevoel of overtuiging die hoort bij de tegengestelde mening. Een schrijver die extra wil overtuigen, zal ook de tegenargumenten ontkrachten die de lezer zou kunnen hebben. Hij legt dan uit waarom die tegenargumenten niet kloppen of minder sterk zijn.

Als je een tekst met een mening actief leest, let je goed op de mening in de tekst. Is het de mening van de schrijver of de mening van een deskundige? Je moet argumenten kunnen herkennen en het verschil zien tussen objectieve en subjectieve argumenten. Denk ook na over je eigen mening: hoe denk je er zelf over na het lezen van de tekst?

Waar let je op bij het actief lezen van een tekst met een mening?

1. Alleen de mening van de schrijver.
2. De opmaak van de tekst, de lengte van de alinea's, de grammatica van de zinnen.
3. Mening van de schrijver, herkennen van argumenten, verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten.
4. Alleen de argumenten van de schrijver.

Wat is het verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten?

1. Objectieve argumenten zijn sterker dan subjectieve argumenten.
2. Objectieve argumenten zijn controleerbaar, subjectieve argumenten niet.
3. Objectieve argumenten zijn emotioneler dan subjectieve argumenten.
4. Subjectieve argumenten zijn altijd van de schrijver, objectieve argumenten niet.

Wat zijn objectieve argumenten?

1. Meningen van deskundigen.
2. Feiten die de mening ondersteunen.
3. Gevoelens die de mening ondersteunen.
4. Tegenargumenten.

Welk type tekst wil de lezer overtuigen van een mening?

1. Een objectieve tekst.
2. Een neutrale tekst.
3. Een informatieve tekst.
4. Een subjectieve tekst.

Wat is het doel van een tekst die meningen laat zien?

1. De lezer moet de argumenten van de schrijver onthouden.
2. De lezer kan zijn eigen mening vormen.
3. De schrijver wil de lezer overtuigen.
4. De lezer moet de mening van de schrijver overnemen.

Zijn er nog vragen?

Aan de slag!

Wat?: lezen blok 3 
Hoe?: zelfstandig, dus in stilte!

Hulp?: de docent

Tijd?: de rest van de les 
Uitkomst?: lezen blok 3 is (deels) klaar

Klaar?: lezen blok 1 & 2 afmaken, anders gaan lezen!