Ziektebeelden in de ouderenzorg

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Ziektebeelden in de ouderenzorg

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen jullie de meest voorkomende ziektebeelden in de ouderenzorg benoemen en begrijpen.

Wat weet je al over ouderenzorg en ziektebeelden?

Definitie ouderenzorg

Ouderenzorg richt zich op het verlenen van zorg en ondersteuning aan ouderen die niet meer zelfstandig kunnen functioneren.

Algemene ouderdomsklachten

Algemene ouderdomsklachten zijn onder andere verminderde mobiliteit, geheugenproblemen en verminderde zintuiglijke functies.

Dementie

Dementie is een veelvoorkomend ziektebeeld in de ouderenzorg, waarbij het geheugen en andere cognitieve functies achteruit gaan.

Beroerte

Een beroerte is een acute verstoring van de bloedtoevoer naar de hersenen, wat kan leiden tot verlamming, spraakproblemen en cognitieve beperkingen.

Hartfalen

Hartfalen treedt op wanneer het hart niet voldoende bloed kan rondpompen, wat kan leiden tot vermoeidheid, kortademigheid en vochtophoping.

Artrose

Artrose is een degeneratieve gewrichtsaandoening die pijn, stijfheid en verminderde mobiliteit veroorzaakt.

Depressie

Depressie komt vaak voor bij ouderen en kan leiden tot gevoelens van verdriet, hopeloosheid en verlies van interesse in activiteiten.

Interactief element

Laat de leerlingen in groepjes van 2-3 een van de besproken ziektebeelden kiezen en een korte presentatie voorbereiden om de klas te informeren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.