H6 Zuren en basen

1 / 36
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Opdrachten H6

14, 15, 21, 22, 28, 30, 32, 38, 39, 40, 42, 50, 51, 53, 56, 57.


Slide 2 - Slide

De pH schaal

Slide 3 - Slide

Zuren
  • Een zuur is een deeltje wat één of meerdere H+ ionen kan afstaan aan een base.
  • Ook wel een H+ donor genoemd.
  • Hoe meer H+ in oplossing, hoe zuurder de oplossing (dus hoe lager de pH).
  • Bij een alkaanzuur, wordt de H+ van de zuurgroep afgestaan.

Slide 4 - Slide

sterke zuren 

Slide 5 - Slide

Notatie sterk zuur.
Bij een sterk zuur is er volledige ionisatie.
Waterstofchloride opgelost in water heeft de volgende notatie:

H+ (aq)  +   Cl- (aq)

Slide 6 - Slide

Notatie zwak zuur
Bij een zwak zuur is de ionisatie niet volledig de notatie van een azijnzuur oplossing in water is:

CH3 COOH (aq)

Slide 7 - Slide

Oefening zuren 
Geef de notatie van zoutzuur

Slide 8 - Slide

Notatie zoutzuur

 H+ (aq) + Cl- (aq)

Slide 9 - Slide

Ik heb van zoutzuur en zwavelzuur 0,1M. In welke van de twee is meer H+ aanwezig?
A
Zoutzuur
B
Zwavelzuur
C
Ze bevatten beide evenveel H+-ionen.

Slide 10 - Quiz

Definitie van een base
  1. Een base is een stof die H+ kan opnemen
  2. Basen in oplossing bevatten vaak OH- .

  3. Geconcentreerde basen hebben een bijtende werking op huid en slijmvliezen (net als zuren)

Slide 11 - Slide

Basen, onthouden!

Slide 12 - Slide

Zuur-Base reacties
OH- als base:          H+ + OH- --> H2O
O2- als base:           2H+ + O2- --> H2O
CO32- als base:      2H+ + CO32- --> CO2 + H2O
NH3 als base:         H+ + NH3 --> NH4+
HCO3- als base:     H+ + HCO3- --> CO2 + H2O

Slide 13 - Slide

Belangrijkste basische oplossingen

Slide 14 - Slide

Herkennen zuur-base reactie
Staat ook met meer voorbeelden in 6.4!

Slide 15 - Slide

Is dit een zuur-base reactie? Leg uit. 
  2 H+ (aq) + MgO (s) → Mg2+ (aq) + H2O (l)

Slide 16 - Slide

Examenvraag 2023 - II

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Herhaling pH berekening

Slide 20 - Slide

pH en pOH
pH is de concentratie [H+] op een logaritmische schaal. 
pH = - log [H+]
[H+] = 10-pH

Slide 21 - Slide

pH en pOH
pOH is de concentratie [OH-] op een logaritmische schaal. 
pOH = - log [OH-]
[OH-] = 10-pOH

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Significantie
Het aantal decimalen bij pH-waarde = 
aantal significante cijfers in [H+].
 [H+] = 3,5 x 10-4 mol/L
pH = 3,46

Slide 24 - Slide

De [H+] in een oplossing is 3,4 x 10 -3 M.
Bereken de pH van deze oplossing.

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

De pH van een oplossing 4,16.
Bereken de [H+] in deze oplossing.

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Bereken pH basische oplossing
Bij het bereken van de pH van een basische oplossing geldt voor de significantie weer dat het aantal significante cijfers in de concentratie, het aantal decimalen is van de pH.
We gebruiken de volgende formules:
pOH = - log [OH- ]   
[OH- ] = 10 -pOH 
pH + pOH = 14

Slide 33 - Slide


Bereken de pOH van een basische oplossing met [OH-] is 3,15.10-4 mol/L.
A
3,50
B
- 3,50
C
- 3,502
D
3,502

Slide 34 - Quiz

uitleg
[OH-] = 3,15.10-4 mol / L
pOH = - log (0,000315) = 3,501689........

concentratie --> 3 significante cijfers
pOH --> 3 decimalen                                                         
dus pOH = 3,502
pH = 14,0 - 3,502 = 

Slide 35 - Slide

Afronding
Maak de opdrachten van H6:
14, 15, 21, 22, 28, 30, 32, 38, 39, 40, 42, 50, 51, 53, 56, 57 


Slide 36 - Slide