Hoop: Een streven naar een toekomstig, moeilijk maar mogelijk goed. Optimisme: De opvatting dat de werkelijkheid doelmatig en goed is geordend. Pessimisme: De opvatting dat de werkelijkheid chaotisch is en vol lijden. Archaïsche oudheid: Een periode gekenmerkt door mythes en een pessimistisch wereldbeeld. Klassieke filosofie: Een periode waarin filosofen zoals Aristoteles een doelgerichte en logische werkelijkheid benadrukten. Christelijk denken: Een wereldbeeld dat zowel optimistische (schepping) als pessimistische (zondeval) elementen bevat. Leibniz' optimisme: De theorie dat God de beste van alle mogelijke werelden heeft geschapen. Voltaires kritiek: Een satire op het optimisme, belichaamd in 'Candide'. Schopenhauers pessimisme: Het leven als een pendelbeweging tussen pijn en vervoling.