Engelse werkwoorden

Goedemorgen!
Nederlands 
Engelse werkwoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
Nederlands 
Engelse werkwoorden

Slide 1 - Slide

Planning:

 ~ Uitleg Engelse werkwoorden
~ Gezamenlijke opdracht
 ~ Zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

Regel: Engelse werkwoorden spel je op dezelfde manier als Nederlandse (zwakke) werkwoorden.


Dus: 
persoonsvorm tegenwoordige tijd = stam + t
persoonsvorm vt/voltooid deelwoord = 't ex-kofschip

Slide 3 - Slide


Zappen

ik-vorm (stam): zap
ik zap, jij zapt

ik zapte

ik heb gezapt

Saven

ik-vorm (stam): save
ik save, jij savet

ik savede

ik heb gesaved

Slide 4 - Slide


Toasten

ik-vorm (stam): toast
ik ..., jij ...

ik (vt) ...

ik heb ...

Faxen

ik-vorm (stam): fax
ik ..., jij...

ik (vt) ...

ik heb ...


Slide 5 - Slide


Toasten

ik-vorm (stam): toast
ik toast, jij toast

ik toastte

ik heb getoast

Faxen

ik-vorm (stam): fax
ik fax, jij faxt

ik faxte

ik heb gefaxt


Slide 6 - Slide

Laat de Engelse uitgangs-e staan, anders krijg je uitspraakproblemen:

timen
ik time/ik timede
jij timet/jij timede
niet: jij timt/jij timde

Slide 7 - Slide

Engelse werkwoorden die je op zijn Nederlands uitspreekt, krijgen geen dubbele medeklinker:

grillen
ik gril/ik grilde
jij grilt/jij grilde

Engelse woorden die je op zijn Engels uitspreekt, behouden hun dubbele medeklinker:

paintballen
ik paintball/ik paintballde
jij paintballt/jij paintballde

Slide 8 - Slide

Oefenen!
  1. Silvia (bloggen) toen ze stage liep in Engeland.
  2. Gisteren (updaten) Sophie haar laptop.
  3. De cursusleider (inzoomen) op de antwoorden van de cursist.
  4. De dj (mixen) allerlei liedjes om de mensen aan het dansen te krijgen.
  5. Na zijn pensioen heeft Gerard jaren in zijn schuur (hobbyen).
  6. Ik ben bang dat mijn laptop wordt (hacken).
  7. Mijn oma heeft haar ogen (laseren).
  8. Hij (switchen) makkelijk van het Nederlands naar het Spaans.
  9. Heb je hem dat wel (sms'en)?

Slide 9 - Slide

Oefenen!
  1. Silvia blogde toen ze stage liep in Engeland.
  2. Gisteren updatete Sophie haar laptop.
  3. De cursusleider zoomde in op de antwoorden van de cursist.
  4. De dj mixallerlei liedjes om de mensen aan het dansen te krijgen.
  5. Na zijn pensioen heeft Gerard jaren in zijn schuur gehobbyd.
  6. Ik ben bang dat mijn laptop wordt gehackt.
  7. Mijn oma heeft haar ogen gelaserd.
  8. Hij switcht makkelijk van het Nederlands naar het Spaans.
  9. Heb je hem dat wel ge-sms't?

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag!
Op Starttaal:
3F > taalverzorging > werkwoordspelling > 
Engelse werkwoorden
5 opdrachten > MINIMAAL ÉÉN OPDRACHT MAKEN

Zoals altijd: vijf minuten voor het einde van de les weer terug.
Vragen? Twijfels? Samen oefenen? Blijf dan in de vergadering!

Slide 11 - Slide

Tot volgende week!

Slide 12 - Slide