Les argumentatie vapen

Wat doen we vandaag?

1. Terugblik
2. Filmpje Steeds meer jongeren vapen
3. Werkblad maken
4. Afsluiting





Wat leer/doe je deze les?
1. Je weet wat het verschil is tussen een standpunt en argument.
2. Je kunt het verschil aangeven tussen een feitelijk en waarderend argument.
3. Je kunt een (je eigen) standpunt onderbouwen met argumenten.
4. Je kunt een argument weerleggen.
Toets 3pak: 
Maandag H3D 20 nov
Dinsdag H3C+H3E 21 nov
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?

1. Terugblik
2. Filmpje Steeds meer jongeren vapen
3. Werkblad maken
4. Afsluiting





Wat leer/doe je deze les?
1. Je weet wat het verschil is tussen een standpunt en argument.
2. Je kunt het verschil aangeven tussen een feitelijk en waarderend argument.
3. Je kunt een (je eigen) standpunt onderbouwen met argumenten.
4. Je kunt een argument weerleggen.
Toets 3pak: 
Maandag H3D 20 nov
Dinsdag H3C+H3E 21 nov

Slide 1 - Slide

Vorige les: telefoongebruik op school
Wat is het standpunt en wat is het argument? Feitelijk of waarderend?

De telefoons moeten toegestaan zijn op scholen in en buiten de klas, want ik  vind het belangrijk om mijn lesrooster te kunnen bekijken.
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

                       
     Nieuwe doelen komende periode
H1: Tekststructuren herkennen en benoemen: probleem-oplossing, verklaringsstructuur, verleden-heden-toekomst

H2: Tekststructuren herkennen en benoemen: argumentatiestructuur, aspectenstructuur, voor- en nadelenstructuur, vraag-antwoordstructuur

H3: Onderscheid maken tussen standpunt en argument.
Onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten.
Een argumentatie weergeven in een blokjesschema.

Slide 4 - Slide

Overleg in tweetal
1. Wat vind jij van vapen? Ken jij mensen die vapen? Heb je zelf weleens gevapet? 

timer
2:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Maken
Maak opdracht 3: (alleen of in tweetal)

Kies zelf één alinea waarin je een standpunt markeert en een streep of strepen zet onder de bijbehorende argumenten.  
*Zet er eventueel een f of w achter om aan te geven of het om een feitelijk of waarderend argument gaat.

Klaar? Top! Doe nog een alinea of schrijf in je schrift jouw mening over het standpunt:
Vapen moet verboden worden op het schoolplein in pauzes.
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Discussieer vanuit jouw rol
1. Maak een groep van 4.
2. Ieder krijgt een rol: leerling, ouder, arts, tabaksindustrie
3. Schrijf voor jezelf twee argumenten op die voor of tegen het standpunt zijn: De verkoop van vapes moet verboden worden.


Let op:
- Luister naar elkaars argumenten
- Kun je een argument weerleggen van iemand anders? 
Zie theorie achterzijde werkblad over weerleggen.
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Kies
Kies opdracht **4 óf *5 van het werkblad (beide mag ook).

Lees de opdracht en maak deze individueel of samen.

Klaar? Top! Kijk na met het antwoordenblad.
Schrijf in een paar zinnen een korte aanbeveling voor onze school waarin je je standpunt benoemt mbt telefoongebruik op school onderbouwd met een paar argumenten.
timer
5:00

Slide 9 - Slide

                       
                       Dit kun je al (als het goed is)
  1. Feiten, meningen en argumenten in tekst herkennen.
  2. Kritisch lezen om te beoordelen of een tekst objectief en betrouwbaar is.
  3. Uit de tekst afleiden voor welk publiek hij is geschreven.
  1. Onderwerp van de tekst herkennen en benoemen.
  2. Hoofdgedachte herkennen en benoemen.
  3. Leesstrategieën toepassen.
  4. Tussentitels bedenken.
  5. Kernzin in een alinea herkennen.
  6. Tekstverbanden en signaalwoorden herkennen.

Slide 10 - Slide

???????
1. Je laatste proefwerkcijfer.
2. Leukste vak op school.
3. Aantal gezinsleden.
4. Beste serie/game/boek.
5. 18x3=
6. Hoe laat je vandaag vrij bent.
7. Wat betekent een dag zonder je mobiel voor jou?
timer
4:00
  1. Feit
  2. Mening
  3. Feit
  4. Mening
  5. Feit
  6. Feit
  7. Mening

Slide 11 - Slide

Tijdens het lezen
Markeer moeilijke woorden (zie bord), schrijf ze in je schrift met de betekenis erachter (woordenboek online gebruiken).  
timer
12:00

Slide 12 - Slide

Aan de slag
1. Maak de vragen bij tekst 1 en overleg steeds in je groepje over de mogelijke antwoorden. Let op: iedereen schrijft eigen antwoorden op.

We bespreken de antwoorden na ongeveer 10 minuten.
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Wat? Proeftoets maken
Hoe? Met jezelf en eventueel je boek (groene theorie)
Wat daarna? Kies een opdracht van H4-6 naar keuze om extra te oefenen.

We kijken de tekst samen na.
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Wat leer je deze les?
Je leert feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen.
- Je weet wat een feit is
- Je weet wat een mening is
- Je weet wat een argument is

Slide 17 - Slide

Een feit kun je controleren.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Controleerbaar feit?
Ik heb gehoord dat we morgen na het vijfde uur vrij zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Controleerbaar feit?
Max Verstappen heeft de Grand Prix in Spanje gewonnen.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Feit of mening?
Hij praat heel snel.
A
mening
B
feit

Slide 21 - Quiz

Feit of mening?
Uit onderzoek blijkt dat sporten gezond is.
A
feit
B
mening

Slide 22 - Quiz

Aan de signaalwoorden
'ik vind, volgens mij, lijkt mij'
herken je
A
een argument
B
een feit
C
een mening

Slide 23 - Quiz

Ik vind het nieuwe boek van Mirjam Mous heel spannend.
A
mening
B
feit

Slide 24 - Quiz

Omdat ik aan het eind van ieder hoofdstuk wilde weten hoe het afliep.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 25 - Quiz

Een mening herken je aan signaalwoorden: want, omdat, namelijk, immers.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Volgende les
Leesboek mee
Boek + schrift mee
Nulmeting maken (leestoets van havo 1)



Slide 27 - Slide