Quiz 8.3 en 8.4

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Uit welke organen bestaat het bloedvatenstelsel?

Welke cellen bestrijden ziekteverwekkers?

1. Rode bloedcellen
2. Witte bloedcellen
3. Bloedplaatjes

Welk bestanddeel van het bloed vervoert voedingsstoffen, afvalstoffen en koolstofdioxide?

Wat is de functie van rode bloedcellen?

Welke stof maakt de rode bloedcellen rood?

Geef de naam van het genoemde onderdeel

Geef de naam van het genoemde onderdeel

Geef de naam van het genoemde onderdeel

Geef de naam van het genoemde onderdeel

zuurstofrijk bloed

zuurstofarm bloed

Rechterboezem

Linkerboezem

Rechterkamer

Linkerkamer

Longslagader

Holle ader

Aorta

Longader

Stap 1 (boezems trekken samen)

Stap 3 (hartpauze)

Stap 2 (kamers trekken samen)

Tijdens het samentrekken van de kamers...

1. zijn de hartkleppen en slagaderkleppen open
2. zijn de hartkleppen en slagaderkleppen dicht
3. zijn de hartkleppen open en de slagaderkleppen dicht
4. Zijn de hartkleppen dicht en de slagaderkleppen open

Waar ontstaan de impulsen die zorgen voor het samentrekken van het hart?

1. in de sinusknoop
2. in de AV-knoop
3. in de harttussenwand
4. in de wand van de kamers

Wat is de functie van de AV-knoop?

1. Hier ontstaan de impulsen die het hart laten samentrekken
2. Deze vangt de impulsen vanaf de boezems op en stuurt ze door
3. Deze zorgt ervoor dat de boezems de tijd krijgen om goed leeg te persen
4. Deze zorgt ervoor dat de boezems samentrekken

Wat gebeurt er als je je inspant?

1. Het bloed stroomt sneller door je bloedvaten
2. De tijd tussen twee hartslagen neemt af
3. De sinusknoop geeft minder impulsen af
4. De hartfrequentie neemt af

P

T

qrs

Slagaders

Aders

Haarvaten

Lopen door al je organen

Vervoert bloed vanaf organen weer naar je hart

Vervoert bloed vanaf hart naar alle organen

Aorta

Holle ader

Dikke gespierde wand en bloed stroomt snel

Hele dunne wand met gaatjes

Slappe en dunne wand

en bloed stroomt langzaam

Kleppen zorgen ervoor dat bloed de goede kant op stroomt

Zuurstof en glucose naar cellen van orgaan en afvalstoffen eruit

Welke organen behoren bij de kleine bloedsomloop?

Welke organen behoren bij de grote bloedsomloop?

Wat is waar?

1. Een functie van de kleine bloedsomloop is zuurstof brengen naar de longen
2. Een functie van de grote bloedsomloop is koolstofdioxide afgeven aan alle organen
3. Een functie van de kleine bloedsomloop is zuurstof brengen naar alle organen
4. Een functie van de grote bloedsomloop is koolstofdioxide afvoeren van alle organen

De kransaders

1. vervoeren zuurstof en glucose naar de cellen van het hart
2. vervoeren koolstofdioxide en andere afvalstoffen vanaf de hartcellen naar een holle ader

De kransslagaders

1. vervoeren zuurstof en glucose naar de cellen van het hart
2. vervoeren koolstofdioxide en andere afvalstoffen vanaf de hartcellen naar een holle ader