2223_V1_Week 38-4

Om het tekstdoel te bepalen moet je de tekst oriënterend lezen.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Om het tekstdoel te bepalen moet je de tekst oriënterend lezen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

Als het doel activeren is, wil de schrijver dat je iets (niet) gaat doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Een studieboek is voornamelijk informatief.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Een recensie kan alleen overtuigend zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Een gedicht is een amuserende tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Vandaag
  • Uitleg §4: alinea's en kernzinnen
  • Oefening kernzinnen vinden
  • Maken: §4, opdr. 1 en 2 (v.a. vraag 3)

Slide 6 - Slide

Alinea
  • Kleinste tekstdeel
  • Deelonderwerp
  • Overzichtelijke tekst-indeling

Slide 7 - Slide

Kernzin
  • De belangrijkste boodschap in een alinea
  • Meestal eerste of laatste zin
  • Alle kernzinnen bij elkaar vormen een samenvatting van de tekst

Slide 8 - Slide

Doen
Maak opdr. 1 en 2 (v.a. vraag 3)

Slide 9 - Slide

Hé rooie!
wie niet helemaal voldoet aan het klassieke schoonheidsideaal kan van alles naar het hoofd geslingerd krijgen opvallend genoeg lijken vooral roodharigen het zwaar te verduren te hebben wat niet helpt is dat roodharigen vaak óók nog eens sproeten hebben

Bron: Onze Taal (n. 8, 2022: 15)

Slide 10 - Slide