Bs 1 en 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Erfelijkheid en evolutie

basisstof 1 Genotype en fenotype

Doel van de les

• je kunt uitleggen wat genotype is
• je kunt uitleggen wat fenotype is
• je kunt omschrijven wat chromosomen, DNA en genen zijn

Eigenschappen erf je (genotype)

genotype

genotype is de erfelijke informatie voor alle eigenschappen van het organisme (de mens bijvoorbeeld)

• Je kunt ze niet veranderen!
  

Fenotype

-Je fenotype komt tot stand door je genotype en de invloeden vanuit het milieu.

• in de zon zitten
• haar verven
• tattoo
• littekens

Is het genotype gelijk gebleven?

Is het fenotype gelijk gebleven?

Lichaamscellen bevatten 46 chromosomen ( 23 paren)

Lees bs 1 en maak de opdrachten en de Testjezelf

Doel van de les

• Je kunt de kenmerken van chromosomen  noemen.
• Je kunt omschrijven wat een gen is 

Gen = deel van een chromosoom die de informatie bevat van een enkele erfelijke eigenschap

Het genotype van de mens ontstaat bij de samensmelting van de kern van de eicel met de kern van de zaadcel

Lees bs 2 en maak de opdrachten en de Testjezelf

genotype kan veranderen

1. waar
2. niet waar

Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?

1. genotype wel fenotype niet
2. genotype niet fenotype wel
3. genotype niet fenotype niet
4. genotype wel fenotype wel

Hoe ontstaat het fenotype?

1. Invloed van de omgeving
2. Invloed omgeving en genotype
3. Door het genotype

Elke gewone lichaamscel bevat

1. 23 Chromosomen
2. 34 Chromosomen
3. 46 Chromosomen
4. 92 Chromosomen

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?

1. Geslachtscellen
2. Lichaamscellen

Zet in de juiste volgorde
van klein naar groot:

1. cel - chromosoom - DNA - gen
2. gen - chromosoom - DNA - cel
3. gen - chromosoom -cel - DNA
4. gen - DNA - chromosoom - cel

hoeveel chromosomen heeft een moedercel?

1. 46
2. 48
3. 44
4. 50

Hoeveel chromosomen bevat elke dochtercel na een gewone celdeling bij een mens?

1. 1
2. 2
3. 23
4. 46

Evaluatie

• Heb je de doelen bereikt?
• Is alles duidelijk of moet ik de volgende keer nog iets uitleggen?
• Maak je huiswerk ( bs 1 en 2) voor de volgende les!