1: Toets H1: spelling leestekens

Hallo A2!
  • Ga rustig zitten

  • Spullen op tafel, tas niet

  • Wat is het belang van correct spellen? Handjes in de lucht!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hallo A2!
  • Ga rustig zitten

  • Spullen op tafel, tas niet

  • Wat is het belang van correct spellen? Handjes in de lucht!

Slide 1 - Slide

Het belang van leestekens

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Planning tot de volgende toets doornemen
  • Start maken theorie spelling 
  • Aan de slag met oefeningen uit het boek
  • Maar eer wat huishoudelijke mededelingen

Slide 3 - Slide

Huishoudelijke mededelingen

  1. Blog vrijdag inleveren Peppels

  2. Boekverslag 2 staat in Peppels; deadline week na de kerstvakantie

Slide 4 - Slide

  • Volgende toets maandag 13 december (weging 1x)
    Spelling H1 & H3 + Werkwoordspelling H1, H3, H4 & H6

  • Deze week: spelling H1, H3 + wwspelling H1

  • Volgende week: werkwoordspelling H3, H4 & H6
  • Week erna: maandag SO

Slide 5 - Slide

Het belang van leestekens

Slide 6 - Slide

Het belang van leestekens

Slide 7 - Slide

Het belang van leestekens!

Slide 8 - Slide

Het belang van leestekens

Slide 9 - Slide

Het grote belang
van leestekens!

Slide 10 - Slide

Na deze les
  • Weet je waarom leestekens in een tekst noodzakelijk zijn.
  • Herken je de verschillende leestekens: punt,  komma, puntkomma en dubbele punt.
  • Kan je deze leestekens correct in een tekst verwerken.

Slide 11 - Slide

Gebruik van een punt (.)
Na een zelfstandige, mededelende zin komt een punt (.):

voorbeeld: 
We hebben een fijne vakantie gehad. 

Slide 12 - Slide

Gebruik komma (,)
Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe zin, gebruik je een komma: 
- tussen twee persoonsvormen: Als jij niet belt, bel ik zelf wel even
- voor voegwoorden als maar, omdat, zodat, doordat, nadat enz. 
(let op: er komt meestal geen komma bij en en of): 
Ik kan niet naar het feest, omdat ik dan op vakantie ben.
- als je de delen van de zin niet los uit kunt spreken: 
We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde. 

Slide 13 - Slide

Gebruik puntkomma (;)
Als 2 zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen, kun je een puntkomma gebruiken (maar een punt mag ook). 

voorbeeld: 
Onze nieuwe computers zijn sneller dan de oude; ze zijn bovendien goedkoper.

Slide 14 - Slide

Gebruik dubbele punt (:)
Als 2 zelfstandige zinnen samenhangen, vormt de 2e zin soms een toelichting bij de 1e zin. In dat geval verbind je de 2 zinnen met een dubbele punt. 

voorbeeld: 
Ik ben er niet aan toegekomen: de gasten waren te laat weg.
Je kunt zo'n dubbele punt vervangen door een komma + want

Slide 15 - Slide

Vragen?

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Nu maken:
Opdracht 1, 2 en 3 (blz 34-35)

Klaar? 
Ga door met opdracht 1 t/m 6 (36-37)

Niet klaar?
Huiswerk volgende les
Zelfstandig daarna samen 

Slide 17 - Slide

Doei doei, zwaai zwaai!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide