Hfst 3 Vol spanning 3.8 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom! 

Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 

Log alvast in. 

Lesopbouw:

Absentie

Hfst overzicht

Herhaling vorige les

Doel en uitleg deze les

Maken en bespreken opdrachten

Afsluiting

Hfst overzicht: Vol Spanning

Les 6: Spreken, kijken en luisteren (SO periode 2 is luisteropdr)
Les 1: Fictie

Les 2: Gedicht

Les 4: Schrijven en formuleren

Les 9 Media en onderzoek
Les 3: Lezen

Les 5: Woorden

Les 7: Grammatica

Les 8: Spelling:  Daarna Toets Thema 3  31 jan

Doel vorige les: 3.7 Grammatica

Ik weet hoe ik 

• de persoonsvorm
• het werkwoordelijk gezegde
• het onderwerp 
• en het lijdend voorwerp kan vinden in de zin. 

Doel les: 3.7 Grammatica

Ik kan de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp en het lijdend voorwerp kan vinden. 

Vraag voor LV: wie of wat + wg + o? 

Vraag voor O: wie of wat + wg

Wat vraag ik mijzelf om het onderwerp te vinden?

Wat vraag ik mijzelf om het lijdend voorwerp te vinden?

Doel les: 3.8 Spelling 

Ik weet hoe ik sterke werkwoorden in de verleden tijd spel. 

Wat weet ik: Wat is de verleden tijd is en wat sterke werkwoorden zijn. 

Doel les: 3.8 Spelling 

Ik weet hoe ik sterke werkwoorden in de verleden tijd spel. 

Wat weet ik: Wat is de verleden tijd is en wat sterke werkwoorden zijn. 

zwemmen --> zwommen

rijden --> reden

lopen --> liepen

Doel les: 3.8 Spelling 

Ik weet hoe ik sterke werkwoorden in de verleden tijd spel. 

Hoe weet je of een sterk ww op een t of een d eindigt? 

Doel les: 3.8 Spelling 

Ik weet hoe ik sterke werkwoorden in de verleden tijd spel. 

Hoe weet je of een sterk ww op een t of een d eindigt? 

--> Maak het woord langer. 

In welke tijd staat deze zin?
Onze kat komt 's morgens altijd naar me toe.

Wat is de PV?
Onze kat komt 's morgens altijd naar me toe.

In welke tijd staat deze zin?
Dan geef ik hem eten.

Wat is de PV?
Dan geef ik hem eten.

In welke tijd staat deze zin?
Maar vanmorgen bleef hij lang weg.

Wat is de PV?
Maar vanmorgen bleef hij lang weg.

Wat is de verleden tijd van het werkwoord:
Wij vinden. Wij......

Wat is de verleden tijd van het werkwoord:
Ik bijt. Ik.......

Wat is de verleden tijd van het werkwoord:
Hij snijdt. Hij ........

Zelf maken

Je maakt:

opdracht: 1, 2, 3, 4, 5, 

Klaar: Test Jezelf Spelling

Malmberg 3.8

We bespreken uitgebreid de opdrachten. 

Vul in:
Tristan (winnen).......... de korfbalwedstrijd.

Vul in:
We (vragen) ...... aan de docent of we eerder naar huis mochten.

Vul in:
Ik (lopen)...... samen met mijn man in het park.

Vul in:
Uiteraard (kopen) ....... hij het nieuwe spel meteen.

Zelf maken

Je maakt:

opdracht: 6, 7, 8, 9 en 11

Klaar: Test Jezelf Spelling

Malmberg 3.8

Leren voor de toets! Dicteewoorden, woorden van 3.5 enz. 

We bespreken uitgebreid de opdrachten. 

Als je nu een toets zou maken met deze onderdelen. Wat voor een cijfer zou je dan halen?

Bedankt voor jullie aandacht!