COM - Reader 1 P1

• Marketing & Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1-3

COMMUNICATIE

Communicatie reader 1 - Periode 1

(S)ME - cohort 24/25 

Informeren

Propaganda

Voorlichten

Reclame

Public relations

Het stelselmatig bevorderen van wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroepen.

1. Reclame
2. Public relations
3. Voorlichting
4. Propaganda

Communicatie tussen minimaal 2 personen

Communicatie van een persoon met zichzelf.

Communicatie die over en weer gaat

Bewust gestuurde communicatie

De communicatie binnen een bedrijf

intrapersoonlijke communicatie

Intentionele communicatie

Interactieve communicatie

Interpersoonlijke communicatie

Interne communicatie

Het encoderen van een boodschap betekent:

1. Het vormgeven van de boodschap
2. Het ontvangen van de boodschap
3. Het terugkoppelen van een boodschap
4. Het interpreteren van een boodschap

Je hoort continu berichtjes binnenkomen tijdens de uitleg van de docent. Dit is:

1. Interne ruis
2. Externe ruis
3. Redundantie
4. Terugkoppeling

Een boodschap moet voldoen aan de ACTI-voorwaarden. De C in ACTI staat voor:

1. Culturele voorwaarde
2. Circus voorwaarde
3. Cognitieve voorwaarde
4. Conatieve voorwaarde

Welke ACTI-voorwaarde is dit? 'Beide partijen moeten dezelfde taal beheersen.'

1. Affectieve voorwaarde
2. Cognitieve voorwaarde
3. Technische voorwaarde
4. Interpretatieve voorwaarde

Een student geeft een medestudent een bemoedigende knipoog. De medestudent vat dit op als flirten. Welke ACTI-voorwaarde gaat hier mis?

1. Affectieve voorwaarde
2. Cognitieve voorwaarde
3. Technische voorwaarde
4. Interpretatieve voorwaarde

Wat betekent 'redundantie'?

1. Nieuwe informatie
2. Verkeerde informatie
3. Missende informatie
4. Overtollige informatie

Het geheel van normen, waarden, regels, gewoonten, gevoelens, ideeën en ervaringen waarop de ontvanger zijn handelen en denken baseert.

1. Selectieve perceptie
2. Referentiekader
3. Selectiekader
4. Referentie perceptie

Wat betekent 'selectieve perceptie'?

1. Het selectief encoderen en zenden van boodschappen
2. Het selectief oppikken en waarnemen van boodschappen
3. Het selectief kiezen van een passend medium
4. Het selectief inzetten van aspecten van een boodschap

Wat geeft de behoeftepiramide van Maslow weer?

1. Dat mensen hun behoeften altijd via een willekeurig patroon bevredigen
2. Dat mensen hun behoeften soms via een vast patroon bevredigen
3. Dat een piramide altijd op dezelfde manier gebouwd wordt.
4. Dat mensen hun behoeften altijd via een vast patroon bevredigen

Wat de zender probeert te bereiken met de boodschap

Dit toont de relatie tussen de zender en de ontvanger

Dit gaat over de persoonlijkheid en emoties van de zender

Dit aspect gaat puur over de informatie

Zakelijk aspect

Expressieve aspect

Relationele aspect

Appellerende aspect

Wat is het belang van communicatiemodellen?

1. Zo kun je zo efficiënt mogelijk het gewenste resultaat behalen.
2. Zo kun je zo veel mogelijk mensen bereiken.
3. Zo kun je zo veel mogelijk mensen vertellen over je strategie.
4. Zo kun je zo efficiënt mogelijk je bedrijf starten.

AIDA staat voor...

1. Attention - Interest - Desire - Action
2. Action - Interest - Desire - Attention
3. Attention - Intercultural - Desire - Action
4. Action - Intercultural - Design - Action

Wat is het grootste verschil tussen het AIDA-model en het DAGMAR-model?

1. AIDA is een model dat wordt gebruikt bij het ontwikkelen van reclames
2. Bij DAGMAR werk je altijd met van tevoren vastgestelde doelen
3. Bij AIDA werk je altijd met van tevoren vastgestelde doelen
4. DAGMAR is een model dat wordt gebruikt bij het ontwikkelen van reclames

Purchase

Awareness

Retention

Advocacy

Consideration

Welk doel heeft het VOCATIO-model?

1. Potentiële klanten leren kennen
2. Potentiële klanten overtuigen
3. Potentiële klanten bedanken
4. Potentiële klanten intimideren

Welke theorie gaat ervanuit dat 'de massa geïnjecteerd wordt' met bepaalde boodschappen door de media?

1. Stimulus-responsmodel
2. Injectienaaldtheorie
3. Two-step-flow-theorie
4. Kennisklooftheorie

De kennisklooftheorie beweert dat de kenniskloof tussen kennisarme en kennisrijke mensen steeds groter wordt.

WAAR

NIET WAAR

Hoe heet dit model?

1. Het innovatie- en adoptiemodel
2. Het adoptie- en interactiemodel
3. Het innovatie- en atractiemodel
4. Het interactie- en atractiemodel

Agendasetting-theorie

Two-step-flow-theorie

Uses-and-gratifications-theorie

Opinieleiders hebben een grote invloed op de samenleving en worden daarom ingezet om de boodschap over te brengen.

De media bepalen de onderwerpen waarover de massa moet nadenken. 

De mediagebruiker heeft zelf de controle over het gebruik van media en het tot zich nemen van informatie. 

Een (...) beschrijft via welke weg een organisatie de gestelde communicatiedoelen wil bereiken.

1. communicatiedoel
2. communicatiekruispunt
3. communicatiestrategie
4. communicatiedriehoek

Welke 4 vormen van communicatie onderscheidt het Communicatiekruispunt van Betteke van Ruler?

1. Informeren, overreding, dialogisering, formering
2. Informeren, fascineren, deponeren, motiveren
3. Informeren, dialogisering, fascineren, motiveren
4. Informeren, fascineren, dialogisering, formering

Wat verstaan we onder 'eenrichtingsverkeer' binnen de communicatie?

1. Een monoloog
2. Een dialoog

Informeren

Overreden/

overtuigen

Dialogiseren

Formeren

In gesprek gaan met de doelgroep.

Het beïnvloeden van de doelgroep.

Gemeenschappelijke belangen of overeenkomsten vinden in een conflictsituatie.

Het overdragen van kennis.

Welk van de 4 voorbeelden is een voorbeeld van 'formeren'?

1. Een bedrijf en de gemeente gaan in gesprek over geluidsoverlast
2. Een bedrijf geeft informatie over de retourprocedure
3. Een bedrijf probeert de doelgroep te overtuigen om een product te kopen
4. Een bedrijf gaat in gesprek met klanten om het product te verbeteren

Hoe noem je de communicatie tussen één zender en een heleboel ontvangers?

1. One-to-one communicatie
2. One-to-two communicatie
3. One-to-more communicatie
4. One-to-many communicatie

Wat is het verschil tussen symmetrische communicatie en asymmetrische communicatie?

1. Asymmetrische communicatie is gelijkwaardig. Symmetrische communicatie is dat niet.
2. Er is geen verschil tussen symmetrische en asymmetrische communicatie. Het zijn synoniemen van elkaar.
3. Symmetrische communicatie is gelijkwaardig. Asymmetrische communicatie is dat niet.
4. Asymmetrisch is gewoon een typfout.

Welk van de 4 voorbeelden is een voorbeeld van 'eenzijdige, asymmetrische communicatie'?

1. Een nieuwsbrief
2. Een klantenservice
3. Een functioneringsgesprek
4. Een televisiereclame