Hormonen, huid- en bindweefselzones en (contra)-indicaties
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 1.5 min
Items in this lesson
HVM: verklaringsmodellen
Hormonen, huid- en bindweefselzones en (contra)-indicaties
Slide 1 - Slide
Inhoud
Herhalen Indicaties en contra-indicaties
Verklaringsmodellen massage
Opdrachten
Evaluatie
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
- Je leert verschillende verklaringsmodellen van de huidverbeterende massage.
- Je kan de verschillen uitleggen en herkennen.
Slide 3 - Slide
Wat is een goede indicatie voor hvm?
A
slechte doorbloeding
B
acne
C
eczeem
D
verslapte oogleden
Slide 4 - Quiz
Wat is een absolute contra-indicatie?
A
atrofie
B
koortslip
C
ontsteking
D
gestabiliseerd litteken
Slide 5 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een contra-indicatie van plaats?
A
seborrhoe
B
rosacea met ontstekingen
C
disfunctie van schildklier
D
parkinson
Slide 6 - Quiz
Wat hoort bij relatieve contra-indicatie?
A
tot 9 maanden na bevalling
B
na 7e maand zwangerschap
C
bloeddruk problemen
D
elastosis
Slide 7 - Quiz
Verklaringsmodellen Hoofdstuk 15
Slide 8 - Slide
Verklaringsmodel
Hiermee bedoelen we een verklaring waarom en hoe de huidverbeteringsmassage werkt.
Aangezien elk mens anders is, zijn er meerdere verklaringen, meer soorten uitleg.
Slide 9 - Slide
Degranulatie van de mestcellen
Prikkeling van de mestcellen waardoor stoffen vrijkomen. De huid geeft hierdoor de volgende opeenvolgende reacties:
1. Bleke streep
2. Rode verkleuring van de van de bleke streep
3. Zwelling van het weefsel door vocht
4. Uitbreiding van het rode gebied naar de omgeving
5. Verhoogde uitwisseling van voedings- en afvalstoffen
6. Gevoeligheid neemt toe
Slide 10 - Slide
Beïnvloeding fibroblasten
Door trek-en drukkrachten worden fibroblasten aangezet tot productie en deling.
Doelgericht prikkelen leidt tot nieuw gevormd bindweefsel!
Slide 11 - Slide
Lokale circulatie
Door circulatie bevorderende factoren verbetert de voedingstoestand van het weefsel.
Slide 12 - Slide
Poorttheorie
Als een gemyeliniseerde en ongemyeliniseerde prikkel tegelijk binnenkomen, kan het centrale zenuwstelsel als het ware een poort dichtzetten om pijn te remmen.
Ongemyeliniseerde prikkel = pijnlijk.
Bij de poorttheorie wordt deze prikkel tegengehouden bij de 'poort'.
Slide 13 - Slide
Poorttheorie
Door tijdens de massage zowel stevige prikkels toe te dienen, als ook zachte huidtechnieken tussendoor, voel je dus de pijnlijke prikkel minder.
Slide 14 - Slide
Post-excitatoire depressie
De orthosympaticus is bij klachten actiever. Dit willen we in balans brengen:
Kortdurende stimulatie op de ongemyeliniseerde vezel geeft even een verhoging van de activiteit/ orthosympaticus.
Daarna (post) volgt juist de depressie / verlaging van de activiteit.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Placebo effect
De verwachting die behandelaar en klant hebben van de behandeling kan een positief effect hebben op de behandeling.
Nocebo is het tegenovergestelde. Negatieve verwachtingen kan leiden tot een negatieve behandeling.
Slide 17 - Slide
Opdracht
Maak de
opdracht Verklaringsmodellen.
Gezamenlijk bespreken
timer
30:00
Slide 18 - Slide
Welke verklaring hoort bij mechanisch?
A
Poorttheorie
B
Postexcitatoire depressie
C
Degranulatie van mestcellen
D
Endorfines
Slide 19 - Quiz
Welk verklaringsmodel hoort bij 'blokkeren van ongemyeliniseerde prikkel'?
A
poorttheorie
B
postexcitatoire depressie
C
beinvloeding fibroblasten
D
aanmaak endorfines
Slide 20 - Quiz
Welke verklaring hoort bij: activiteit wordt eerst hoger, daarna lager dan het beginniveau.
A
poorttheorie
B
postexcitatoire depressie
C
degranulatie van mestcellen
D
beinvloeding fibroblasten
Slide 21 - Quiz
Welke verklaringsmodel hoort bij aanmaak van stoffen zoals histamine, heparine, serotonine?