3H - Ecologie oefenen

Welk organisme kan er op plek 1 staan?
A
Waterkever
B
Snoek
C
Plantaardig plankton
D
-
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welk organisme kan er op plek 1 staan?
A
Waterkever
B
Snoek
C
Plantaardig plankton
D
-

Slide 1 - Quiz

Twee beweringen zijn:
1. bij biologische afbraak van hondenpoep komen voedingsstoffen vrij voor dieren
2. door composteren komen voedingsstoffen uit afval weer bij planten terecht
Welke bewering is of welke beweringen zijn juist?
A
Beide zijn juist
B
Alleen bewering 1 is juist
C
Alleen bewering 2 is juist
D
Geen van beide is juist

Slide 2 - Quiz

Bepaalde planten bloeien vroeger in het voorjaar omdat ze dan in een bos nog geen last hebben van de bladeren van bomen. Over welke type planten gaat dit?
A
Schaduwplanten
B
Zonplanten
C
Landplanten in vochtig milieu
D
Landplanten met kleine dikke bladeren

Slide 3 - Quiz

Afhankelijk van voedselkeuze is een dier een planteneter, alleseter of vleeseter. Welke van deze dieren behoort of behoren tot de groep van consumenten?
A
Alleen planteneters
B
Planteneters en alleseters
C
Alleseters, planteneters en vleeseters
D
Alleen vleeseters

Slide 4 - Quiz

Enkele dieren zijn: rups, koolmees, havik, slaplant. Welke voedselketen is juist?
A
Rups - koolmees - havik - slaplant
B
Slaplant - rups - koolmees - havik
C
Slaplant - koolmees - rups - havik
D
Havik - koolmees - slaplant - rups

Slide 5 - Quiz

Welke rol spelen bacteriën en schimmels in de kringloop van stoffen?
A
Ze doen aan fotosynthese
B
Ze zijn consumenten
C
Ze zorgen dat niet biologisch afbreekbaar afval weer wordt opgeruimd
D
Ze zorgen ervoor dat voedingsstoffen uit afval weer beschikbaar komen voor planten

Slide 6 - Quiz

Twee beweringen:
1. Een piramide van aantallen heeft altijd een piramide vorm
2. de hoeveelheid biomassa van een laatste schakel in een voedselketen is altijd het grootst
Welke bewering is, of welke zijn juist?
A
Geen van beide
B
Alleen bewering 1 is juist
C
Alleen bewering 2 is juist
D
Zowel 1 als 2 is juist

Slide 7 - Quiz

Bij welke temperatuur zijn de groei en voortplantingskansen van kanaalmeervallen (vis) het grootst?
A
8 graden
B
20 graden
C
25 graden
D
37 graden

Slide 8 - Quiz

1 Als de naaldbomen worden gekapt, zal het aantal vossen toenemen.
2 De beschreven levensgemeenschap op de Veluwe is in evenwicht als het aantal vossen gelijk is aan het aantal konijnen.
Welke van deze beweringen is of zijn juist?
A
Geen van beide
B
Alleen bewering 1
C
Alleen bewering 2
D
Zowel 1 als 2 is juist

Slide 9 - Quiz

De bodem van de noordpool is zacht door alle sneeuw die er ligt. Je zakt er makkelijk in weg. Zul je op de noordpool vooral teengangers, topgangers of zoolgangers tegenkomen?
A
Teengangers
B
Topgangers
C
Zoolgangers
D
-

Slide 10 - Quiz