This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Daltontaak Poëzie Klas 1 :
Les 3: Van pop tot poëzie
Slide 1 - Slide
Poëtische kenmerken
Een gedicht is een tekst die afwijkt van proza, omdat er gebruik wordt gemaakt van (een of meerdere) poëtische kenmerken. De dichter, die slechts weinig ruimte in een gedicht tot zijn/haar beschikking heeft, heeft een heel aantal hulpmiddelen om binnen een beperkt aantal zinnen, toch zoveel mogelijk aan betekenis en gevoelswaarde op te roepen.
Slide 2 - Slide
Regels en conventies
Ik ben dichter
Bij de waarheid in december
dan in juli. Ik ben dichter
Bij de gratie van de kalender...
Remco Campert, Dichter, 1995
Slide 3 - Slide
Poëzie is geconcentreerder
Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemlijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans
Slide 4 - Slide
Beeldspraak
Los breekt het onweer.
Ootmoedig buigt het riet voor
zoveel majesteit.
Slide 5 - Slide
Opdracht 1: kijk naar de tekst 'Kronenbrug Park' en probeer dit eens uit te drukken in een weersomstandigheid. (zonnig, winters, regen etc.)
Slide 6 - Mind map
Slide 7 - Video
Opdracht 1.2
Vind je dat de muziek past bij de tekst?
Slide 8 - Slide
Opdracht 2: welke kleur vind jij passen bij de 'Pruimeboom' van Hieronymus van Alphen?
Slide 9 - Mind map
Slide 10 - Video
Opdracht 2.2
Wat doet de muziek voor de tekst? Maakt het de tekst leuker, interessanter, saaier, etc.?
Slide 11 - Slide
Opdracht 3: waaraan denk je bij het lezen van dit gedicht? 'Voor een dag van morgen' Hans Andreus
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Video
Opdracht 1.2
Vind je dat de Dijk de juiste muziek bij de tekst heeft gezet?
Slide 14 - Slide
Opdracht 4 (thuisopdracht)
Bepaal bij elke tekst minimaal 1x waar gebruik is gemaakt van beeldspraak. Leg uit wat de beeldspraak is en wat er mee bedoeld wordt.
Slide 15 - Slide
Verslag Les 3
In jouw daltontaak neem je de gemaakte opdrachten van tijdens de les op en je maakt een klein verslag (minimaal 200 woorden). In dit verslag beantwoord je de volgende vragen: