What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HA - week 8 - lijdend voorwerp 1
Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Slide 1 - Slide
- Welkom!
- Stillezen
- Grammatica - afronden
Doel:
- Je benoemt de actie in een zin.
- Je kiest in een zin welk werkwoord noodzakelijk is.
- Je benoemt waarmee iemand iets doet in een zin
- Je benoemt het lijdend voorwerp in een zin.
Wat gaan we doen vandaag:
Slide 2 - Slide
Stillezen
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Grammatica zinsdelen
Slide 4 - Slide
Zet een 'zww' bij alle zelfstandig werkwoorden en een 'hww' bij alle hulpwerkwoorden.
De top 2000 werd uitgezonden op radio 2
Tijdens de vakantie zijn we om het hele eiland heen gezwommen
ZWW
ZWW
HWW
HWW
Slide 5 - Drag question
Zet een 'zww' bij alle zelfstandig werkwoorden en een 'hww' bij alle hulpwerkwoorden.
De storm zou veel leerlingen van hun fiets waaien
Uiteindelijk fietsen we gewoon naar huis.
ZWW
ZWW
HWW
HWW
Slide 6 - Drag question
Grammatica zinsdelen
Wat doe ik?
Wie doet het?
Waarmee doe je het?
Naar wie gooi je het?
Gooien
ik/ de docent
een Takkie-bal
Een leerling
Slide 7 - Slide
Bij grammatica zinsontleden kijk je naar welke onderdelen er in een zin zitten:
Iemand
doet iets
iemand
doet iets
iemand doet iets
ergens mee
iemand doet iets
voor iemand
Iemand doet iets
op een plaats en tijd
Het lijdend voorwerp.
Slide 8 - Slide
Bij grammatica zinsontleden kijk je naar welke onderdelen er in een zin zitten:
iemand
doet iets =
persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde
Iemand
doet iets = onderwerp
iemand doet iets
ergens mee
=
lijdend voorwerp
iemand doet iets
voor iemand
Iemand doet iets
op een plaats en tijd
Het lijdend voorwerp.
Slide 9 - Slide
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Wat/wie + pv (of gez.) + onderwerp.
De docent gooit de tennisbal naar de sportieve leerling.
pv = gooit
ow = de docent
Wat gooit de docent? = de tennisbal
lv = de tennisbal
Het lijdend voorwerp.
Slide 10 - Slide
Bij grammatica zinsontleden kijk je naar welke onderdelen er in een zin zitten.
Het lijdend voorwerp.
Gebruik altijd deze
volgorde
(persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp)
- vergelijk het met
pannenkoeken bakken..
Ook al hoeft het niet voor de opdracht: eerst pv, ow, gz en dan pas lijdend voorwerp!
Slide 11 - Slide
Welke vraag moet je stellen om het lijdend voorwerp te vinden?
Slide 12 - Open question
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Bruno laat zijn hond uit.
A
Bruno
B
laat
C
zijn hond
D
uit
Slide 13 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Liet Kevin de bus voor zijn neus wegrijden?
A
Kevin
B
de bus
C
voor zijn neus
D
wegrijden
Slide 14 - Quiz
Wat ga je doen:
Eigen leerlijn grammatica
H4
: Lijdend voorwerp
Wanneer:
Deze week af
Hoe:
werk netjes.
Hulp:
- Zoek eerst de pv
- Daarna het onderwerp en het gezegde
- Kijk dan waarmee het onderwerp iets doet...
Aan de slag
timer
10:00
Slide 15 - Slide
In deze zin:
Op maandagmiddag zit zij met al haar vrienden te chillen.
A
zit geen lijdend voorwerp
B
is 'met haar vrienden' het lijdend voorwerp
C
is 'te chillen' lijdend voorwerp
D
is 'op maandagmiddag' lijdend voorwerp.
Slide 16 - Quiz
De lerares
geeft
een proefwerk.
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
werkwoordelijk gezegde
Slide 17 - Drag question
Ik
heb
een heel mooi boek
gekocht
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
werkwoordelijk gezegde
werkwoordelijk gezegde
Slide 18 - Drag question
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Straks gaat de buurman zijn zoon naar school brengen.
A
Straks
B
de buurman
C
zijn zoon
D
naar school
Slide 19 - Quiz
Dat boek zou ik het liefst meteen willen lezen.
zet zinsdeelstrepen
pv =
ow =
wg =
lv =
Lijdend voorwerp
Slide 20 - Slide
Wanneer stuur je je oma een vakantiekaartje?
zet zinsdeelstrepen
pv =
ow =
wg =
lv =
Lijdend voorwerp
Slide 21 - Slide
Op de bonte avond van het schoolkamp voerde Wilco een nummer van Kris Kros Amsterdam uit.
Zet zinsdeelstrepen
pv =
ow =
wg =
lv =
Lijdend voorwerp
Slide 22 - Slide
De brandweerman bluste alles met groot gevaar voor eigen leven.
Zet zinsdeelstrepen
pv =
ow =
wg =
lv =
Lijdend voorwerp
Slide 23 - Slide
More lessons like this
HA - week 10 - Herhalen lijdend voorwerp 1 + start vragend en aanwijzend voornaamwoord
March 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Grammatica, havo 1 - bwb
April 2023
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsleer - herhalen
April 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
May 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
April 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
September 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
April 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs