Herhalen toetsstof pww 3 mavo/havo 1

Herhalen voltooid deelwoord pww 3 mavo/havo 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Herhalen voltooid deelwoord pww 3 mavo/havo 1

Slide 1 - Slide

Op welke drie manieren vind jij de persoonsvorm?

Slide 2 - Open question

Welke regels pas je toe bij het voltooid deelwoord?
A
ik-vorm +t
B
't ex kofschip
C
de verlengproef

Slide 3 - Quiz

Wanneer gebruik je het sexy fokschaap of het 't ex kofschip?
A
bij alle werkwoorden
B
pv in de tegenwoordige tijd
C
pv in de verleden tijd
D
in de verleden tijd en voltooid verleden tijd

Slide 4 - Quiz

Hoe spel je de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
A
met 't kofschip of 't sexy fokschaap
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t
D
stam + t

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de vormen van de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
A
ik-vorm + de/te of ik-vorm + den/ten
B
ik-vorm, ik-vorm+ t of het hele werkwoord
C
het hele werkwoord + d
D
alleen de ik-vorm

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvormen (tegenwoordige tijd) van beleven ?

Ik . . .
A
beleefde
B
beleev
C
beleef
D
beleefd

Slide 7 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Hij ......(zwaaien) naar haar.
A
zwaai
B
zwaait
C
zwaaide
D
gezwaaid

Slide 8 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd

Slide 9 - Slide

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Ik ______________ (pakken)
A
pakde
B
pakte

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Hij ______________ (luisteren)
A
luisterde
B
luisterdde

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Zij ______________ (rusten)
A
ruste
B
rustte

Slide 12 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis gisteren.

Slide 13 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd
A
Vorig jaar verhuisden we naar de Reeshof.
B
Vorig jaar verhuisten we naar de Reeshof.

Slide 14 - Quiz

Voltooid deelwoord
Verlengproef: geverfd --> geverfde
't ex fokschaap: 
verven
stam: verv
'v' zit niet in 't ex fokschaap
geverfd

Slide 15 - Slide

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
Gelopen
B
Verzorgd
C
Gewerkt
D
Worden

Slide 16 - Quiz

voltooid deelwoord van doen
A
gedoen
B
gedoet
C
gedanen
D
gedaan

Slide 17 - Quiz

Voltooid deelwoord
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 18 - Quiz

voltooid deelwoord
Het is weer ... (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 19 - Quiz

Ik beheers de regels van de werkwoordspelling.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll