bloedvatenstelsel

1 / 35
next
Slide 1: Video
alle vakkenVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Wat is een orgaanstelsel?

Een orgaanstelsel bestaat uit organen die samenwerken aan dezelfde taak.

Verteringsstelsel: voedsel kleinmaken, zodat de voedingsstoffen naar je bloed kunnen gaan.

Ademhalingsstelsel: zuurstof opnemen in je bloed en koolstofdioxide afgeven aan de lucht.

Bloedvatenstelsel: stoffen zoals voedingsstoffen, zuurstof en koolstofdioxide vervoeren.

Slide 2 - Slide

B5 het bloedvatenstelsel

Slide 3 - Slide

naar welk orgaan/organen gaat het meeste bloed als het lichaam zich inspant?
A
spieren
B
longen
C
hart
D
dikke teen

Slide 4 - Quiz

wat is de grootste slagader?
A
De leverader
B
De aorta
C
de halsslagader
D
De longslagader

Slide 5 - Quiz

Veel aders liggen dicht onder de huid?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Slagaders liggen diep in het lichaam?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Hebben aders op veel plaatsen kleppen?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Welk bloedvat brengt het bloed weer naar het hart toe?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvaten

Slide 9 - Quiz

Welke bloedvaten hebben hele dunnen wanden?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 10 - Quiz

Welk bloedvat stroomt vanaf het naar alle organen toe?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvaten

Slide 11 - Quiz

Door welke bloedvaten stroomt je bloed?
Slagaders voeren bloed vanaf het hart naar de organen toe.

Haarvaten zijn de dunne bloedvaatjes in de organen. In de haarvaten:
– gaan zuurstof en voedingsstoffen naar de organen.
– komt koolstofdioxide vanuit de organen. 

Aders voeren bloed vanuit de organen naar het hart toe.

Het bloed in de slagaders stroomt snel, in de haarvaten langzaam en in de aders heel langzaam.

Slide 12 - Slide

Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders

Slide 13 - Quiz

Kleine en grote bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Hart-longen- hart

Grote bloedsomloop
Hart- alle organen in het lichaam - hart

Slide 14 - Slide

Hoe klopt je hart?
Een hartslag bestaat uit drie stappen:

  1. Boezems trekken samen: bloed naar kamers. 
  • Kamers trekken samen: bloed naar slagaders. 
  • Hartpauze: de hartspier is ontspannen. 

  • De hartkleppen zorgen dat het bloed niet terugstroomt van de kamers naar de boezems.
     

    De slagaderkleppen zorgen dat het bloed niet terugstroomt van de slagaders naar de hartkamers.

    Slide 15 - Slide

    hoe loopt de kleine bloedsomloop?
    A
    hart, longen, hart
    B
    hart, lichaam, hart
    C
    lichaam, hart
    D
    longen, hart

    Slide 16 - Quiz

    Hoort het hart bij het bloedvatenstelsel?
    A
    ja
    B
    nee

    Slide 17 - Quiz

    Je hart hoort bij je..
    A
    ademhalingstelsel
    B
    bloedvatenstelsel
    C
    verteringstelsel
    D
    zenuwstelsel

    Slide 18 - Quiz

    Hoeveel boezems heeft het hart?
    A
    1
    B
    3
    C
    2
    D
    4

    Slide 19 - Quiz

    Bloed stroomt
    De bloedsomloop in je lichaam bestaat uit:

    1 kleine bloedsomloop: 
    bloed neemt zuurstof op uit de longen.
    hart → longen → hart 

    2 grote bloedsomloop:
    bloed geeft zuurstof af aan de organen.
    hart → overige organen → hart 

    Slide 20 - Slide

    Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?
    A
    Aders
    B
    Haarvaten
    C
    Slagaders

    Slide 21 - Quiz

    Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed.......
    A
    2x door de longen
    B
    2x door het hart
    C
    2x door alle organen

    Slide 22 - Quiz

    Waar halen rode bloedcellen het zuurstof op?
    A
    Hart
    B
    Longen
    C
    Lever
    D
    Maag

    Slide 23 - Quiz

    Wat vervoeren rode bloedcellen?
    A
    Zuurstof
    B
    Glucose
    C
    Water
    D
    Koolstofdioxide

    Slide 24 - Quiz

    Waar halen rode bloedcellen het zuurstof op?
    A
    Hart
    B
    Longen
    C
    Lever
    D
    Maag

    Slide 25 - Quiz

    Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
    A
    Vervoeren van zuurstof
    B
    Ziekteverwekkers doden
    C
    Bloed laten stollen

    Slide 26 - Quiz

    Hoe vervoert je bloed stoffen?
    Bloed bestaat uit:

    1. bloedplasma (vloeistof) 
    2. rode bloedcellen 

    Je bloed is rood doordat er veel rode bloedcellen in het bloedplasma zitten.

    Bloedplasma vervoert:

    1. voedingsstoffen zoals glucose en vitaminen 
    2. afvalstoffen zoals koolstofdioxide 

    Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.

    Slide 27 - Slide

    Witte bloedcellen

    Slide 28 - Slide

    nr 4
    nr 8
    rode bloedcellen
    bloedplasma
    vaste bestanddelen
    water

    Slide 29 - Drag question

    Waaruit bestaat het bloed?
    A
    Bloedplasma
    B
    Bloedplasma en rode bloedcellen
    C
    Bloedplasma, rode en witte bloedcellen
    D
    Bloedplasma, rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes

    Slide 30 - Quiz

    Wat is de functie van bloedplasma?

    Slide 31 - Mind map

    Slide 32 - Video

    Waar denk je aan
    bij trombose?

    Slide 33 - Mind map

    Slide 34 - Video

    trombose 1
    1. in bloedvat ontstaat een stolsel (trombus)
    2. bloedvat vernauwt zich(trombose)
    3. bloeddoorstroming vermindert

    Slide 35 - Slide