Wat? 1.6 en maak opgave 1 tot en met 13.
Hoe? Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op.
Tijd? 15 minuten.
Uitkomst?
Je kunt uitleggen wat met de massa van een stof wordt bedoeld.
Je kunt gram en kilogram naar elkaar omrekenen.
Je kunt uitleggen wat met het volume van een stof wordt bedoeld.
Je kunt het volume van een vloeistof meten met een maatcilinder.
Je kunt een maatcilinder op de juiste manier aflezen.
Klaar? Nakijken!